IBO 12

IBO 12: Ondersteunende, dienstverlenende werkzaamheden uitvoeren
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en zorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quiz, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

IBO 12: Ondersteunende, dienstverlenende werkzaamheden uitvoeren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Van deze beroepsopdracht leer ik.... 
De assistent dienstverlening verleent uiteenlopende diensten op een werklocatie of bij particulieren ter ondersteuning van werken en wonen. De assistent dienstverlening staat klanten/gebruikers van objecten/cliënten en/of gasten te woord, vraagt wat ze willen en verstrekt eenvoudige standaard informatie. Je richt je op de behoeften en verwachtingen van de cliënt en volgt instructies en procedures op.

Deze beroepsopdracht gaat vooral over de ondersteunende taken die horen bij ondersteunende dienstverlenende taken in woon- en leefomgeving. Dit kan werk zijn bij iemand thuis, maar ook bij een instelling.
Ondersteunde taken kunnen we verdelen in ADL en HDL.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opdracht ADL/HDL
Werk samen in een groepje. Jullie krijgen een groot vel papier. Hierop gaan jullie het volgende overzichtelijk weergeven:
  • Wat betekent ADL?
  • Noem 7 voorbeelden van ADL
  • Onderstreep de voorbeelden van ADL waar jij anderen mee zou kunnen helpen
  • Wat betekent HDL?
  • Noem 7 voorbeelden van HDL
timer
0:30

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

ADL
Bij het ondersteunen van mensen bij ADL- taken is communicatie heel erg belangrijk. Je moet weten wat je moet doen. Als de instructie niet duidelijk is, dan vraag je om meer duidelijkheid. Zo weet je precies wat je moet doen. Je maakt ook een praatje tussendoor met je cliënt. 

Denk terug aan de laatste keer dat jij iemand ondersteund hebt met ADL. Waar heb je mee geholpen? Waar heb je over gesproken?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lichamelijke zorg
Als assistent Dienstverlening mag je nog geen mensen douchen of naar het toilet helpen. Als je in een kinderdagverblijf stage loopt kan het zijn dat je wel eens een luier moet verschonen. Wellicht heb je toch al met zorgtaken te maken op je stage.  Soms assisteer je een collega bij het wassen en aankleden van zorgvragers. Je gaat een stukje wandelen met een zorgvrager of helpt bij het doen van de boodschappen.

Bij alle hulp die je aanbiedt, is het belangrijk dat je erop let wat een zorgvrager nog zelf kan (eigen regie noemen we dat)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

IBO 12: Ondersteunende, dienstverlenende werkzaamheden uitvoeren

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Ondersteunen bij eet- en drinkmomenten
Een belangrijke taak die je kunt uitvoeren binnen de ADL is het ondersteunen bij eet- en drinkmomenten. Je kunt te maken krijgen met zorgvragers die kunnen variëren in culturele achtergrond, leeftijden, lichamelijke en/of geestelijke gesteldheid.

Bij het werken met voeding heb je altijd te maken met hygiëne.
Zorg ervoor dat je werkt met schone materialen en een schone werkplek.
Laat producten zo lang mogelijk in de koelkast liggen. Zet bijvoorbeeld geen koffiemelk, vlees of salades langere tijd op tafel.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hygiënisch werken
Hygiëne is belangrijk om gezond te blijven en ons goed te voelen. Het is voor jezelf, maar ook voor anderen prettig wanneer je schoon en fris ruikt. Hygiëne betekent dat je je lichaam netjes en de omgeving schoon houdt. Door hygiënisch te werken voorkom je dat micro- organismen kunnen groeien. Van slechte micro- organismen kun je ziek worden. 

Als jijzelf en de omgeving schoon zijn, dan is er minder kans op micro- organismen. Dit is natuurlijk extra belangrijk voor mensen met weinig weerstand, zoals kinderen, ouderen en mensen die ziek zijn. Hygiëne is dan extra belangrijk. Je wilt voorkomen dat infecties of ziektes worden overgedragen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Hoe kun je zorgen voor een goede hygiëne?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Handen wassen
Besmettelijke ziekten worden vaak via de handen overgedragen. Dit komt omdat je met je handen veel aanraakt. Je zorgt altijd voor schone handen voordat je begint met het verzorgen van een zorgvrager. Je zorgt ook voor schone handen na het gebruik van het toilet, neussnuiten, niezen of hoesten, schoonmaken, aaien van een dier enz. Je kunt je handen wassen met water en zeep of je handen desinfecteren met handalcohol. Wat betekent desinfecteren?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Handschoenen
Soms draag je in de zorg ook handschoenen. Dit doe je als:
- Je zelf wondjes op je handen hebt;
- De zorgvrager een kapotte huid heeft;
- Je in contact komt met urine, bloed of ontlasting.

Ook voordat en nadat je handschoenen gebruikt moet je je handen wassen of desinfecteren. Handschoenen zijn geen vervanging voor handen wassen of desinfecteren.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Eet- en drinkmomenten

Bij het ondersteunen van mensen bij eet- en drinkmomenten houd je rekening met wat iemand mag en kan eten. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom sommige mensen niet alles kunnen eten. Bedenk eens 2 redenen?

Als je helpt bij eet- en drinkmomenten kunnen je verschillende taken hebben. Dit kunnen bijvoorbeeld zijn:
- een tafel dekken
- dranken serveren
- boterham smeren en serveren

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Eet- en drinkmomenten
Bij het dekken van een tafel (ADL) houd je rekening met:
• Voor wie je dekt (wat is je doelgroep).
• Voor welke maaltijd je dekt (ontbijt, lunch of diner).
• Voor welke (speciale) gelegenheid je dekt.

Het is belangrijk dat je rekening houdt met wat de zorgvrager kan en wil. Vraag regelmatig naar wensen, behoeften en mogelijkheden). In beroepsopdracht 8 heb je geleerd over doelgroepen en mensen waar je mee werkt. Bij het ondersteunen tijdens een maaltijd én bij het dekken van een tafel houd je ook rekening met de doelgroep (of met de mensen waar je mee werkt).
Je kiest dus geschikte materialen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hulpmiddelen
Er zijn materialen die een “aangepaste” vorm hebben. Ze zijn zo gemaakt om mensen zo zelfstandig mogelijk te laten eten. We noemen het een “hulpmiddel”.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Boterhammen smeren
We gaan oefenen met het smeren van boterhammen voor een ander. Let er op dat je rekening houdt met hygiënisch werken.
Bij deze opdracht ga je de boterham maken op de manier zoals de cliënt dit wil. Communicatie en vragen stellen is dus belangrijk!

Let op:
Laat iemand altijd zelf doen wat hij zelf kan!!!


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Boterhammen smeren
Je gaat zorgvuldig te werk: Smeer de boter tot aan de randjes korstjes. Verdeel hagelslag nooit met je vingers over het brood maar met een mes. Snijd de boterham eventueel in kleinere stukken (leg nooit je platte hand op het brood als je het doorsnijdt).

Maak tweetallen. Eén van jullie is de cliënt, de ander helpt bij het maken van een boterham.
Wissel van rol als de boterham klaar is. Stel elkaar de volgende vragen voordat je begint met smeren:
1: je vraagt of de zorgvrager witbrood of bruinbrood wil eten
2: je vraagt hoeveel sneetjes brood de zorgvrager wil
3. je vraagt of de cliënt dubbele of enkele boterhammen wil


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Boterhammen smeren
4: Je vraagt of de korstjes om het brood kunnen blijven (of niet).
Kleine kinderen en ouderen die moeite hebben met kauwen eten soms hun boterham zonder korst.
5: Je vraagt wat de cliënt op de boterham wil (met of zonder boter).
Het meest voorkomende beleg is:
6. Nu weet je welke boterham de cliënt graag wil eten. Je kunt de boterham gaan smeren. Het is belangrijk dat je controleert of de cliënt tevreden is met het resultaat,


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

IBO 12: Ondersteunende, dienstverlenende werkzaamheden uitvoeren

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Gezicht wassen
  • Verzamel de materialen die je nodig hebt
  • Was je handen
  • Haal de haren uit het gezicht en zet een bril af
  • Maak het gezicht nat met een washandje met lauw water
  • Gebruik waslotion die geschikt is voor het gezicht
  • Was het gezicht, de ogen, de oren en de oorschelp
  • Let op dat er geen prikkende zeep in de ogen komt
  • Spoel alle zeep goed af
  • Dep het gezicht droog met een zachte handdoek. Begin met de ogen. 
  • Breng nog eventueel crème aan 
- Blijf steeds letten op de reactie van de zorgvrager.  - Vraag of alles goed is.
- Heb bewust aandacht voor de zorgvrager, maak een praatje

Slide 26 - Slide

Kring maken, tweetal in het midden
Jas aantrekken
Je kunt collega's assisteren bij het aankleden van zorgvragers. Je assisteert bij het aan- en uittrekken van een pyjama of jas bijvoorbeeld. Sommige zorgvragers hebben een goede en minder goede arm, bijvoorbeeld door verlamming. Bij het aankleden van een jas begin je met de 'minder goede' arm. Bij het uitkleden begin je met de 'goede' arm. Maak tijdens het aankleden een praatje. Stimuleer de zorgvrager om zoveel mogelijk zelf te doen. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Luier verschonen
Je assisteert ervaren collega's bij het verschonen van baby's. Baby's moeten regelmatig verschoond worden. Hoe vaak een baby verschoond moet worden is afhankelijk van de baby. Controleer de luier ongeveer om de twee of drie uur. Bij het verschonen van de baby mag hij nooit alleen op een aankleedkussen gelegd worden. Een baby moet verschoon worden:
  • Als de luier vies ruikt;
  • Als de luier nat of zwaar aanvoelt;
  • Als het kind gaat slapen of net wakker is.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Bed opmaken
Sommige zorgvragers liggen een groot gedeelte van de dag op bed. Het bed moet daarom veilig, fris en comfortabel zijn. Een bed in een instelling is in hoogte verstelbaar. Een zorgvrager kan het bed zelf in hoogte verstellen. 

Jij moet als assistent goed en veilig kunnen werken. Dit kun je doen door het bed op de juiste werkhoogte te zetten. Dit is op heuphoogte. Waarom is dit belangrijk?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Bed opmaken
Ieder bed is anders. Bij veel bedden liggen de volgende onderdelen op het bed:

  • Matras
  • Matrashoes
  • Een zeiltje wanneer iemand zijn urine of ontlasting niet kan ophouden
  • Onderlaken
  • Een dekbed of bovenlaken
  • Deken
  • Een kussen met sloop

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan bed opmaken
Bij het opmaken van een bed heb je een wasmand en een stoel nodig. Je stopt de vuile was in de wasmand. Je legt het schone beddengoed en het kussen op de stoel. Dan kun je beginnen met het opmaken van het bed. 
  1. Je start bij het hoofdeinde met het instoppen van het onderlaken. Zorg ervoor dat dit strak ligt. Plooien kunnen gaan irriteren.
  2. Je legt daarop het bovenlaken en de deken.
  3. Stop het kussen in een schone sloop.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Carrousel 
Er zijn drie taken die we gaan uitvoeren:
- Jas aantrekken (met pijnlijke arm)
- Luier verschonen
- Bed opmaken

In tweetallen gaan jullie alle taken uitvoeren. Geef elkaar tips en tops. 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

IBO 12: Ondersteunende, dienstverlenende werkzaamheden uitvoeren

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Afsluitende beroepsopdracht 12B
Je gaat één ADL en één HDL taak uitvoeren. Denk aan het maken van foto's! Volgende periode inleveren.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

B- studenten
  • Afwezig in de les? -> opdrachten inhalen
  • Wel aanwezig geweest? -> opdracht 3, 5, 31
  • Bijwerken van opdrachten 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Herinnering activiteit
- Spelletjes meenemen
- Iets te eten
- Eventueel make- up/krultang etc.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions