Thema 7 B1 Het zintuigenstelsel

Thema 7. Zintuiglijke waarneming

Open je boek op blz. 52/53. 

We behandelen bs 1 t/m 6.

1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 7. Zintuiglijke waarneming

Open je boek op blz. 52/53. 

We behandelen bs 1 t/m 6.

Slide 1 - Slide

Waar denk jij aan
bij zintuiglijke
waarneming?

Slide 2 - Mind map

Voorkennis:
Wat is het verschil tussen een impuls en een prikkel?

Slide 3 - Open question

Sleep de tekst naar het juiste plaatje.
Zintuigen zetten prikkels om in impuls
Zenuwen sturen impuls naar hersenen
Bewust van de prikkel, hersenen nemen beslissing
Hersenen sturen impuls naar zenuwen
Lichaam reageert op prikkel

Slide 4 - Drag question

Basisstof 1. Het zintuigenstelsel
Lees basisstof 1 goed door.

Noteer in je schrift de volgende woorden en hun betekenis:
Zintuigen, drempelwaarde, adequate prikkel, gewenning.

Slide 5 - Slide

De belangrijkste zintuigen liggen 
in je ogen, in je oren, in je neus, 
in je tong en in je huid.

Slide 6 - Slide

Hoe ontstaat een impuls?
De prikkel moet sterk genoeg zijn om een impuls te veroorzaken.
De kleinste sterkte van zo'n prikkel noem je de drempelwaarde.
Het zintuig moet ook gevoelig zijn voor de prikkel.
Dit heet de adequate prikkel.

Bv. Geluid is de adequate prikkel voor het gehoor.
Heel zacht geluid hoor je niet, omdat dat niet boven de drempel uitkomt.

Slide 7 - Slide

Combineer het zintuig met de juiste plek in het lichaam.
In de ogen
In de huid (2x)
In de neus
In de oren (2x)
In de tong
Gezichtszintuig
Evenwichtszintuig
Reukzintuig
Smaakzintuigen
Warmte- en 
Koudezintuigen
Druk- en 
tastzintuigen
Gehoorzintuigen

Slide 8 - Drag question

Combineer de juiste adequate prikkel met het zintuig.
Licht
Zwaartekracht
Geur
Smaak
Warmte
Geluid
Gezichtszintuig
Evenwichtszintuig.
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Warmtezintuig

Slide 9 - Drag question

Drempelwaarde beïnvloeden.
1. Gewenning: als er na verloop van tijd minder impulsen ontstaan in de zintuigcellen.
2. Door motivatie: als je aandachtig luistert hoor je zachtere geluiden wel. 

Slide 10 - Slide

Na verloop van tijd hoort iemand de klok niet meer tikken.
Wat is er met de drempelwaarde gebeurt?
Wat is de term voor dit verschijnsel?
A
De drempelwaarde is lager komen te liggen. Dit heet een adequate prikkel.
B
De drempelwaarde is hoger komen te liggen. Dit heet een adequate prikkel.
C
De drempelwaarde is lager komen te liggen. Dit heet gewenning.
D
De drempelwaarde is hoger komen te liggen. Dit heet gewenning.

Slide 11 - Quiz

Uitleg antwoord
Als de drempelwaarde hoger wordt, moet de sterkte van de prikkel groter zijn om een impuls te veroorzaken.
Als de klok ineens harder gaat tikken of gaat slaan (bv. bij een koekoeksklok), zul je het wel weer gaan horen. Dan is de prikkel weer sterk genoeg om impulsen te laten ontstaan.

Slide 12 - Slide

Wat gebeurt er met de drempelwaarde van je gehoor als je je concentreert om goed te luisteren?

A
De drempelwaarde wordt hoger.
B
De drempelwaarde wordt lager.

Slide 13 - Quiz

Uitleg antwoord
Voordat je je ging concentreren was de sterkte van de prikkel niet groot genoeg om een impuls te laten ontstaan. Als je je wel gaat concentreren, verlaag je bewust de drempelwaarde en ontstaan er al bij een zacht geluid impulsen.

Slide 14 - Slide

Opdrachten werkboek.
Maak opdr. 1 in je werkboek (blz. 46)
Lees bs 2 door.

Slide 15 - Slide