Taalverzorging G + H

Taalverzorging
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Taalverzorging

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
-Huiswerk nakijken + controleren
10 min
-Herhalen samenstellingen
10 min
-Hoofdletters + leestekens
15 min
-Zelfstandig oefenen
40 min


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Ik weet wanneer je een hoofdletter schrijft.
  • Ik kan in een zin op de juiste plekken hoofdletters invullen.
  • Ik kan bijzonderheden met hoofdlettergebruik uitleggen.
  • Ik kan zelf goede zinnen maken met of voorbeelden vinden van bijzonderheden met hoofdlettergebruik.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h1t" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van vorige week.
Kijk je gemaakte opdrachten na.  

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welke onregelmatige werkwoorden zijn er?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Onregelmatige werkwoorden
Hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen. 
Je schrijft de persoonsvorm en het voltooid deelwoord niet volgens de normale spellingregels. 


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Engelse werkwoorden
Werkwoorden die uit et Engels geleend zijn, worden vervoegd volgens de Nederlandse spellingregels. Engelse werkwoorden die eindigen op een dubbele medeklinker of op -e behouden deze letters in het Nederlands als dat nodig is voor de uitspraak. Het consequent toepassen van de regels levert daarom soms vreemde vormen op. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Noteer de samenstelling

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Maak een samenstelling:

+

Slide 9 - Open question

In kerkklok hoor je de laatste k van kerk of de eerste k van klok niet. Toch schrijf je kerkklok omdat het woord een samenstelling is van kerk en klok.
Samenstellingen
Aaneenschrijven
Spaties
Tussen-s
Samengestelde woorden met één klemtoon. Feestbeest, limonadeglazen.
In een eigen naam. Anne Frankhuis. Dode Zeezout.
Als je een extra s hoort. Koningsdag, buitenshuis. 
Meerdere woordsoorten mogelijk. Lichtgeel, derdewereldlanden.
Soms afhankelijk van de betekenis. Uitzicht en uit zicht. Meedoen en mee doen. 
Soms begint het rechterdeel met een s waardoor je de tussen-s niet hoort. Vervang. Dorpsstraat, levensstijl.
Afgeleid van een werkwoord. lesgegeven, kampeeruitrusting.
Bijwoorden. Hierheen, daarvandaan.
Engelse leenwoorden. Flatscreen, feelgoodmovie.
Eigennaam. TikTokdansje.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Samenstellingen
Tussen-en
Tussen-e
Tussen-er
Als het linkerdeel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met een meervoud op -en. Boekenweek, krantenbezorger, sterrenstelsel. 
Als het linkerdeel van de samenstelling: 
- meervoud heeft op -s. Lentekriebels.
- meervoud heeft op -s en -en. Keuzestress.
- geen meervoud. Plattegrond. 
- uniek is. Zonneschijn. 
- een bijvoeglijk naamwoord verstrekt. Apetrots, pikkedonker. 
Bij woorden in het meervoud eindigen op -eren. Eierdop, kinderfiets. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoofdletters
blz 188

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoofdletter
Geen hoofdletter
amazon
paasmaandag
haarlemse
zuidwest

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Hoofdletter
geen hoofdletter
marco
printer
racefiets
tijger
turkse

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Hoofdletter
geen hoofdletter
rood
amerikaanse
bierglas
eline
paspoort

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Leestekens

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Kloppen de leestekens?
A
Sanne zegt: Mijn fiets staat nog op school.
B
Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school.'
C
Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school'
D
Sanne zegt 'Mijn fiets staat nog op school.'

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Kloppen de leestekens?
A
Robin zei: 'Wie gaat er mee naar de Mac?'
B
Robin zei Wie gaat er mee naar de Mac?
C
Robin zei: Wie gaat er mee naar de Mac?
D
Robin zei 'Wie gaat er mee naar de Mac?'

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Kloppen de leestekens?
A
Ga jij smorgens nog naar de supermarkt?
B
Ga jij 's morgens nog naar de supermarkt.
C
Ga jij 's morgens nog naar de supermarkt?
D
Ga jij s' morgens nog naar de supermarkt?

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Toets
Maandag tijdens het uur Nederlands vindt de toets van taalverzorging plaats. 
De volgende onderdelen komen aan bod:
-Meervoudsvorming;
-Bijvoeglijke naamwoorden;
-Persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd;
-Voltooid en onvoltooid deelwoord;
-Samenstellingen;
-Hoofdletters;
-Leestekens. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Oefenboek Taalverzorging, paragraaf G hoofdletters, opdracht 3-9.
Oefenboek Taalverzorging, paragraaf H leestekens, opdracht 2-10.
Hoe?
Oefenboek blz 120-121.
Handboek blz 188-189.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 11:10.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
-Huiswerk gisteren, Zie LessonUp/Magister/Studiewijzer. 
-Huiswerk volgende week, Zie LessonUp/Magister/Studiewijzer. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Ik weet wanneer je een hoofdletter schrijft.

Ik kan in een zin op de juiste plekken hoofdletters invullen.
Ik kan zelf goede zinnen maken met of voorbeelden vinden van bijzonderheden met hoofdlettergebruik.

Ik kan bijzonderheden met hoofdlettergebruik uitleggen.

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions