What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling woordvolgorde
Herhaling woordvolgorde
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
NT2
Secundair onderwijs
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling woordvolgorde
Slide 1 - Slide
Zinnen maken
Opdracht:
Zet de woorden op de juiste plaats. Begin met het
vetgedrukte zinsdeel
.
onderwerp pv
: altijd naast elkaar
start met een
hoofdletter
stop met een
punt
Slide 2 - Slide
Maak een zin met:
wij
- grote toetsen- hebben
Slide 3 - Open question
Maak een zin met:
studeer - ik - voor taal
Slide 4 - Open question
Maak een zin met:
heel tof - vindt - onze klas -
mevrouw Annemie
Slide 5 - Open question
Zinnen opnieuw schrijven
Opdracht:
Schrijf de zin opnieuw. Begin met het
vetgedrukte zinsdeel
.
onderwerp pv
: altijd naast elkaar
start met een
hoofdletter
stop met een
punt
Slide 6 - Slide
Schrijf de zin opnieuw:
We gaan
dinsdag
met de klas naar Brussel.
Slide 7 - Open question
We
gaan
dinsdag naar Brussel.
Dinsdag
gaan
we
naar Brussel.
Naar Brussel
gaan
we
dinsdag.
Slide 8 - Slide
Schrijf de zin opnieuw:
We bezoeken een museum
in Brussel.
Slide 9 - Open question
Schrijf de zin opnieuw:
We gaan naar Manneke Pis
in de namiddag
.
Slide 10 - Open question
Zinnen maken
Opdracht:
Herschrijf de twee zinnen tot
één zin
.
Gebruik het juiste
voegwoord: en - of - maar - want - dus
start met een
hoofdletter
stop met een
vraagteken
Slide 11 - Slide
Tom houdt van zwemmen.
Tom houdt niet van tennissen.
Slide 12 - Open question
Ik kom uit Spanje.
Ik spreek Spaans.
Slide 13 - Open question
Vragen stellen
Opdracht:
Maak van de volgende zinnen een ja-neenvraag.
start met de
pv
start met een
hoofdletter
stop met een
vraagteken
Slide 14 - Slide
Maak een ja-neenvraag:
Het is bijna kerstvakantie.
Slide 15 - Open question
Maak een ja-neenvraag:
Mevrouw Annemie blijft thuis tijdens de vakantie.
Slide 16 - Open question
Maak een ja-neenvraag:
Jullie spreken goed Nederlands.
Slide 17 - Open question
Vragen stellen
Opdracht:
Kies de vraag juiste vraag met
wie - wat - waar
- wanneer - hoe
Het antwoord is
vetgedrukt
.
vraagwoord
+
pv
+
onderwerp
start met een
hoofdletter
stop met een
vraagteken
Slide 18 - Slide
Ik eet elke ochtend
fruit
.
A
Wat eet jij elke ochtend?
B
Hoe eet jij in de ochtend?
C
Wie eet fruit?
D
Wanneer eet jij fruit?
Slide 19 - Quiz
Mevrouw Evelien komt elke dag
met de fiets
naar school.
A
Wat komt ze naar school?
B
Waar komt ze naar school?
C
Hoe komt ze naar school?
D
Wanneer komt ze naar school?
Slide 20 - Quiz
De leerlingen van OKAN
krijgen vrijdag hun rapport.
A
Hoe krijgen ze hun rapport?
B
Wanneer krijgen ze hun rapport?
C
Wat krijgen ze?
D
Wie krijgt een rapport?
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
More lessons like this
T2L3: Talentvolle Tiny (persoonsvorm)
November 2025
-
7 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Les 1 VRT Mobiliteit
March 2023
-
53 slides
Mediawijsheid
Secundair onderwijs
EDUbox
T2L9: Supertalenten
October 2025
-
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Les 23: De datum en de jaarkalender
October 2023
-
18 slides
Wiskunde
Lager onderwijs
T1L6 Oorzaak-gevolg
2 days ago
-
11 slides
Taal
Lager onderwijs
Les 2: Rome en Romeins Tongeren
March 2025
-
24 slides
Wereldoriëntatie
Gallo-Romeins Museum
Lager onderwijs
Vrij verkeer van goederen
February 2023
-
12 slides
Geschiedenis
Mens- en maatschappij
+2
Secundair onderwijs
Creatief Schrijven: Helden en schurken
February 2023
-
7 slides
Nederlands
Lager onderwijs