Terugblik verzorgingsstaat

Michael Willem Kober 
Geboren op 7 mei 1937 in Nijmegen 

In oktober 1944 gedeporteerd naar en vermoord in Auschwitz
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Michael Willem Kober 
Geboren op 7 mei 1937 in Nijmegen 

In oktober 1944 gedeporteerd naar en vermoord in Auschwitz

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Voor de thuisblijvers... 
Het volgende moet je deze les gedaan hebben:
  1. Neem het beoordelingsformulier van je PO door (zie mail)
  2. Maak deze lessonUp 
  3. Bekijk de video met Feedback op de PO: zie Teams - Feedback PO 
  4. Noteer aan het eind van deze LessonUp de vragen die je hebt over je PO 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

De kern van de verzorgingsstaat is de solidariteitsgedachte. Dat wil zeggen dat:
A
je bereid bent om risico’s met elkaar te delen.
B
de overheid een basisinkomen voor burgers financiert.
C
de overheid verplicht is om iedereen evenveel financiële hulp te bieden.
D
burgers gezondheidszorg onderling met elkaar regelen.

Slide 6 - Quiz

I. In een verzorgingsstaat speelt de overheid een passieve rol bij de welvaart en het welzijn van burgers.
II. Sociale zekerheid draait onder andere om inkomen bij werkloosheid en ziekte.
III. Werknemers bepalen zelf of ze premie betalen voor de AOW.

A
Alleen I is juist.
B
Alleen I en II zijn juist.
C
I en III zijn onjuist.
D
I en II zijn onjuist.

Slide 7 - Quiz

Met de sociale partners bedoelen we:
A
onderwijs- en zorginstanties.
B
vakbonden en werknemers.
C
werkgevers van kleine en grote bedrijven.
D
vakbonden en werkgeversorganisaties.

Slide 8 - Quiz

In 1854 werd in Nederland de Armenwet ingevoerd. Deze wet regelde dat arme mensen een beetje financiële steun van de overheid kregen. Voordat die wet er was:
A
waren armen afhankelijk van liefdadigheidsinstellingen en de kerk.
B
werden armen in tehuizen opgesloten.

Slide 9 - Quiz

In 1854 werd in Nederland de Armenwet ingevoerd. Deze wet regelde dat arme mensen een beetje financiële steun van de overheid kregen. Voordat die wet er was:
A
waren armen afhankelijk van liefdadigheidsinstellingen en de kerk.
B
werden armen in tehuizen opgesloten.
C
moesten armen verplicht in werkkampen werken.
D
moesten armen alleen van de kinderbijslag rondkomen.

Slide 10 - Quiz

Overheid heeft een aanvullende rol 
Hoge uitkeringen 
Nachtwakersstaat
Hoge belastingen
Gelijkwaardigheid 
Vrijheid 
zo klein mogelijke  verzorgingsstaat
Liberalisme 
Grote verzorgingsstaat 
Lage belastingen 
mantelzorg
Naastenliefde 
Sociale partners: burgers werken veel samen 
Socialisme 
confessionalisme 

Slide 11 - Drag question

I. Volgens de liberale visie moet de overheid zo veel mogelijk sturend optreden in de gezondheidszorg en de sociale zekerheid.
II. Volgens de christendemocratische opvatting is mantelzorg een taak van de overheid.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Noteer de vragen die je hebt over de PO. Individuele vragen kun je in de fysieke les stellen.

Slide 16 - Open question