Klas 2BK3 - Lesweek 9 - Les 1

Kapitel 5: Essen
  • Mobieltjes en oortjes in je tas (niet in je zak).
  • Je zit op je eigen plaats.
  • Op tafel liggen je:
Boek
Schrift
Etui
Je laptop
1 / 34
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Kapitel 5: Essen
  • Mobieltjes en oortjes in je tas (niet in je zak).
  • Je zit op je eigen plaats.
  • Op tafel liggen je:
Boek
Schrift
Etui
Je laptop

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Was macht ihr Heute?
  • Achtung!
  • Wortschatz
  • Wiederholung der, die, das (kort)
  • Ein en kein
  • Hausaufgaben


Slide 3 - Slide

Lernziele
Was lernt ihr Heute?
  • Je weet hoe goed je de woorden van het Thema "Essen" al kent.
  • Je herhaalt de lidwoorden der, die, das.
  • Je kent de betekenis van de woorden ein en kein.
  • Je kent het verschil tussen ein / eine en kein / keine en kunt dit gebruiken.

Slide 4 - Slide

Achtung! Toetstijd!
Deutschland in Vogelvlucht
wie nog niet ingeleverd?
Cijfers komen vandaag in SOM.
Donnerstag 2. November
Luistertoets (2x)
Week van 13 november
Praktische opdracht
Speisekarte machen (1x)
Freitag 24. November
Hoofdstuktoets K4 + K5 (2x)
Grammatik -> K4 + K5
Wortschatz -> K5

Slide 5 - Slide

Was weißt du schon? 

Ken je de woorden goed genoeg -> Haribo
Ken je de woorden niet goed genoeg.....
wat is jullie voorstel voor de volgende keer?

Slide 6 - Slide

Was weißt du schon? 

Buch zu bitte!

Schrijf het antwoord voor jezelf op een blaadje.
Glücksrad wijst iemand aan
Deze persoon -> 3 woorden.

Slide 7 - Slide

Heute
Gedeelte van de les via Lesson-Up.
Start je Laptop op.
Vul de code in.
Zie je een pen -> opschrijven in je schrift.
Het is stil in de klas en iedereen let op.

Slide 8 - Slide

Mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
vrouwelijk
meervoud
der Mann
die Frau
das Kind 
die Suppe
die Restaurants

Slide 9 - Drag question

der, die of das?
- mannelijke dieren/personen -> der
- vrouwelijke dieren/personen + dingen die eindigen op -e -> die
- veel het woorden -> das
- meervoud -> die

Slide 10 - Slide

der die of das?

Slide 11 - Slide

Glas
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quiz

Suppe
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quiz

Messer (meervoud)
A
der
B
die
C
das

Slide 14 - Quiz

Obst (het fruit)
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quiz

Fisch
(en soms moet je gewoon leren)
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

0

Slide 18 - Video

Vrouwen willen altijd meer....





Wat valt je nog meer op?

Slide 19 - Slide

Wat valt je op?





Wat valt je nog meer op?
Bij de lidwoorden die (ev) en die (mv): achter ein / kein een E.

Slide 20 - Slide

ein / eine + kein / keine
ein / eine = een
kein / keine = geen


der
die
das
die (meervoud)
der Mann
die Frau
das Kind
die Haustiere
ein /kein Mann
eine / keine Frau
ein / kein Kind
keine Haustiere

Slide 21 - Slide

ein / eine + kein / keine
ein / eine = een
kein / keine = geen


der
die
das
die (meervoud)
der Mann
die Frau
das Kind
die Haustiere
ein / keine Mann
eine / keine Frau
ein / kein Kind
keine Haustiere
extra e
extra e

Slide 22 - Slide

Hoe ver ben ik met ein / kein?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 23 - Quiz

ein/eine of kein/keine?

Slide 24 - Slide

Jonas hat ein / eine Fisch gefangen.
(der Fisch)
A
ein
B
eine

Slide 25 - Quiz

Ich esse kein / keine Obst
(das Obst)
A
kein
B
keine

Slide 26 - Quiz

Jan und Max sind kein / keine Freunde.
(die Freunde)
A
kein
B
keine

Slide 27 - Quiz

Julia ist ein / eine Freundin.
(die Freundin)
A
ein
B
eine

Slide 28 - Quiz

Mein Opa hat kein/keine Messer mehr.
(die Messer)
A
kein
B
keine

Slide 29 - Quiz

Evaluatie

Slide 30 - Slide

Hoe ver ben ik met ein / kein?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 31 - Quiz

Hausaufgaben 


Lernen
Blz. 130 -> Grammatik A
+ herhalen Lernliste Ne - Du + Lernliste Du - Ne / A Sehen
Machen
Blz . 107 -> Aufgabe 13 (onderstreep je antwoord in de tekst)
Blz. 113 -> Aufgabe 19 + 20
Vond je het vandaag best lastig?


Tip! Leer eerst en maak dan de opdrachten.
BK
KT
Lernen:
S. 162 -> Lernliste N - D helemaal
Regel van ein- / kein-

Machen:
S. 147 -> Aufgabe 19, 20, 21

Lernen:
S. 168 -> Lernliste N - D helemaal
Regek van ein- / kein-

Machen:

S. 150 -> lezen groene blokje (Grammatik)

Slide 32 - Slide

Lernziele
Was lernt ihr Heute?
  • Je weet hoe goed je de woorden van het Thema "Essen" al kent.
  • Je herhaalt de lidwoorden der, die, das.
  • Je kent de betekenis van de woorden ein en kein.
  • Je kent het verschil tussen ein / eine en kein / keine en kunt dit gebruiken.

Slide 33 - Slide

Bis Morgen
Morgen -> luistertoets
Keine Hausaufgaben

Leg aan elkaar uit waarom het keine Hausaufgaben is
en niet -> kein Hausaufgaben

Slide 34 - Slide