Oefenen voor het SO - eb2a

Huisnijverheid
Het thuis werken van boeren en gezinnen (vaak in de winter)
Dit om: extra geld te verdienen.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Huisnijverheid
Het thuis werken van boeren en gezinnen (vaak in de winter)
Dit om: extra geld te verdienen.

Slide 1 - Slide

In welk verhaaltje is er sprake van huisnijverheid?
A
Boeren werken op het land.
B
Het hele gezin werkt op het land.
C
Een gezin werkt in een fabriek.
D
Achterin de boerderij staan een weefgetouw en een spinnewiel. Het hele gezin werkt aan het maken van stoffen voor kleding.

Slide 2 - Quiz

Oude en nieuwe energiebronnen
Oude energiebronnen (wind, water, dieren) - huisnijverheid
Nieuwe energiebronnen (stoommachines) - industrie

Slide 3 - Slide

Zijn mensen bij natuurlijke energiebronnen afhankelijk van de natuur?

Slide 4 - Open question

Wat is het verschil tussen een werkgever en een werknemer?
A
Een werkgever heeft de fabriek gebouwd en is de baas, de werknemer werkt in de fabriek.
B
De werkgever en de werknemer werken allebei in de fabriek.
C
De werknemer heeft de fabriek gebouwd en is de baas, de werkgever werkt in de fabriek.
D
De werkgever en de werknemer zijn gelijk.

Slide 5 - Quiz

Wat is de industriële revolutie?
Nieuwe energiebronnen: fabrieken bouwen.
Mensen gingen bijna allemaal in fabrieken werken.
Mesnen verhuizen van het dorp naar de stad. 

Slide 6 - Slide

Waarom noemen we de grote verandering de industriële revolutie?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen imperialisme en kolonialisme?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Waarom willen arbeiders zich graag aansluiten bij vakbonden?

Slide 11 - Open question

Welke woorden passen bij de groei van steden?
A
Urbanisatie en verstedelijking.
B
Urbanisatie.
C
Verstedelijking.
D
Urbanisatie en verhuizingen.

Slide 12 - Quiz

Waarom trokken de mensen van het platteland naar de stad?
A
Er waren meer woningen in de stad.
B
Er was meer werk in de stad.
C
Alle drie is waar.
D
De woningen waar groter in de stad.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Waarom is er tegenwoordig in Nederland geen kinderarbeid meer?

Slide 15 - Open question

Rotterdamse haven van 190

Slide 16 - Slide