2G Kapitel 3: Schule Mittwoch, den 1. Februar 2023

Kapitel 3: Schule
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kapitel 3: Schule

Slide 1 - Slide

Mittwoch, den 1. Februar 2023
  • Willkommen
  • Schreibaufgabe 1 zurückgeben
  • Ziele Unterrichtsstunde
  • Grammatik: Kapitel 4 vervoegen en voltooid deelwoord
  • Gespräche führen
  • Lesen: In der Schule ....
  • Lernliste üben (Blooket)
  • Aufgaben Woche 05
  • Zum Schluss

Slide 2 - Slide

Schreibaufgabe 1
Zurückj gegeben

Slide 3 - Slide

Ziele Stunde:
  • Je kent de regels waardoor je zelfstandige naamwoorden kunt koppelen aan der, die of das.
  • Je kent de hoofdregels voor het meervoud van zelfstandige naamwoorden.
  • Je kunt vragen stellen en antwoorden geven over school.
  • Je kunt zwakke werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd.
  • Je kunt het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden vormen.

Slide 4 - Slide

Grammatik Kapitel 4:            Schwache Verben
  • Wat is de 1e stap bij vervoegen zwakke werkwoorden?
  • Wat is idewis?
  • Wat is de standaarduitgang bij zwakke werkwoorden?
  • Wat zijn sisklanken?
  • Wat verandert er bij de standaarduitgang? Bij welk persoonlijk vnw?
timer
1:00

Slide 5 - Slide

das Partizip = het voltooid deelwoord
  • 1e stap -> de stam
  • Welke hulpwerkwoorden hebben we?
  • Standaardregel voltooid deelwoord.
  • Uitzonderingen!
  • Sterke werkwoorden -> leren in Lernliste!!!!!!!

Slide 6 - Slide

Machen Aufgaben      Seite 114-115
  • Aufgabe 18 + Aufgabe 19
  • Zelstandig maken
  • Klaar: Leren Lernliste K3, Leren grammatica K4
  • Bespreken Aufgaben 18 + 19
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Lesen: In dieser Schule kann man ausschlafen
Aufgabe 42              Seiten 92-93
Gezamenlijk lezen.
  • Zelfstandig maken.
  • Klaar: Werken aan weektaak. Leren Lernliste. Leren grammatica Kapitel 4.
  • Bespreken Aufgabe 42

timer
1:00

Slide 8 - Slide

Lernliste => Blooket
https://play.blooket.com/play

Inlogcode: .....

Slide 9 - Slide

Schrijfopdracht: 2
  • Lees opdracht 2 even goed door.
  • Wie heeft nog vragen over deze opdracht?
timer
1:00

Slide 10 - Slide

LessonUp Grammatik üben:
Regeln der die das üben. 
Regeln das Plural üben.

Slide 11 - Slide

Aufgaben Woche 05
Lernen Lernliste      Seiten 96-97 helemaal  
Lernen Uhrzeiten        (aantekeningen schrift).
Lernen Grammatik A + B     regels der die das + meervoud (das Plural)      Seite 98 (stencil)
Lernen Grammatik Kapitel 4 Seite 134 (vervoegen werkwoorden en voltooid deelwoord)

Machen Aufgaben zu Hause:
Kapitel 4 Aufgaben 20 t/m 22 Seiten 115-116
Schrijfopdracht 2 (stencilpakket)
Zusammen während der Unterrichtsstunde (samen tijdens de les):
Aufgaben 35, 36, 37, Aufgaben 42 + 43 Seiten 92-93

Slide 12 - Slide

Zum Schluss:
  • Wie spät ist es?
  • Der die das üben.
  • Mehrzahl

Blooket
https://play.blooket.com/play

Slide 13 - Slide

Lese- und Hörverstehen
https://lingua.com/nl/duits/lezen/
https://lingua.com/nl/duits/luisteren/

https://www.goethe.de/pro/relaunch/prf/materialien/A2/A2_Modellsatz_Erwachsene.pdf 


Slide 14 - Slide

Lees- en luistertoets Kapitel 3
Leren Lernliste Seiten 96-97 helemaal

Dinsdag 7 februari a.s. 5e lesuur.

Slide 15 - Slide

Schrijftoets Kapitel 1, 2 en 3
Sprachmittel Kapitel 1 Seiten 22 + 27
Lernliste Kapitel 1 Seite 26

Sprachmittel Kapitel 2 Seiten 50 + 62
Lernliste Seiten 62-61

Sprachmittel Kapitel 3 Seiten 86 + 99
Lernliste Seiten 96-97

  • Je kunt jezelf voorstellen en persoonlijke gegevens uitwisselen.
  • Je kunt vertellen over je gezinsleden.
  • Je kunt vertellen over het onderwerp school.

Woensdag, 22 februari 2023 6e lesuur

Slide 16 - Slide

Grammatik: Regeln der, die oder das?
Bepaald lidwoord:
  • Nederlands: de, het (de fiets, de fietsen)(het huis, de huizen)
  • Duits: der, die, das en die (meervoud) (der Mann, die Männer) (das Haus, die Häuser) (die Tante, die Tanten)

  • der = mannelijk
  • die = vrouwelijk
  • das = onzijdig

Slide 17 - Slide

Grammatik: Regels der die das
  1. Noem een regel voor der-woorden (mannelijk)
  2. Noem regels voor die-woorden (vrouwelijk)
  3. Noem regels voor das woorden (onzijdig)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide