Trema

Les 5 en 6
Beren van de Pyreneeën
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Les 5 en 6
Beren van de Pyreneeën

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

trema
knie
knieën

o-lie
oliën

Slide 3 - Slide

trema
ruine

ruïne

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

klemtoon?
bac-te-rie

..................................
ko-pie

...............................

Slide 6 - Slide

klemtoon?
ko-lo-nie

.........................................

fan-ta-sie

..........................................

Slide 7 - Slide

Klemtoon?
stra-te-gie

...........................................

po-rie

............................................

Slide 8 - Slide

Vind je het lastig
poriën
bacteriën
koloniën

met alleen -n
De andere woorden met -ën

Slide 9 - Slide

Trema?
smeuig

pinguins

hygiene

Australie

Slide 10 - Slide

Trema?
tatoeage
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Trema?
financieel
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Trema?
poeziealbum
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Trema?
industriele
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Hoofdstuk 4
Trema
Wanneer gebruik je een trema?
A
Als binnen een woord klinkers botsen
B
Gewoon omdat het leuk staat.
C
Vacuum
D
Vacuüm

Slide 15 - Quiz

Een trema maakt duidelijk hoe je een woord uitspreekt.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Op buiig hoort geen trema, want je kunt dit niet verkeerd uitspreken.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Waarom heeft het woord een trema?
geïnteresseerd
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!
Verwerken spelling week 2 les 5 en 6
timer
1:00

Slide 19 - Slide