4.7 Woordsoorten

4.7 Woordsoorten


Doel: Voorzetsels leren herkennen in een zin.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.7 Woordsoorten


Doel: Voorzetsels leren herkennen in een zin.

Slide 1 - Slide

Hersenkraker.......
Dictee
&
5 ophaalvragen
Nodig: pen en papier

Slide 2 - Slide

Voorzetsel(vz)
Een voorzetsel staat nooit alleen.
Het hoort bij één of meer andere woorden.

Ik ga naar huis.
Thuis zit ik op mijn kamer en lees ik in mijn boek.


Slide 3 - Slide

........de kast
......de vakantie
Voorzetsels kun je plaatsen voor

Slide 4 - Slide

Voorzetsels
Voor het vinden van een voorzetsel, gebruik je het ezelsbruggetje ...de kast en ...de vakantie.

Een voorzetsel kun je altijd voor deze woorden zetten.
  • op de kast, achter de kast, naast de kast
  • in de vakantie, gedurende de vakantie, tijdens de vakantie

Slide 5 - Slide

Even oefenen...
Voorzetsel?

Slide 6 - Slide

Wat is geen voorzetsel.
A
op
B
tijdens
C
met
D
lang

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN voorzetsel?
A
hier
B
in
C
tussen
D
wegens

Slide 8 - Quiz

Wat is GEEN voorzetsel?
A
gedurende
B
niet
C
op
D
onder

Slide 9 - Quiz

Na een voorzetsel altijd...
A
hen
B
hun

Slide 10 - Quiz

Wat is een voorzetsel?
A
de
B
naast
C
fietsen
D
fles

Slide 11 - Quiz

Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
in, voor, achter
C
raam, deur, wand
D
voorlezen, voorspellen, voorzeggen

Slide 12 - Quiz

Voorzetsel of niet?
'naar'
A
voorzetsel
B
geen voorzetsel

Slide 13 - Quiz


Wat is geen voorzetsel?
A
tijdens
B
na
C
achter
D
brug

Slide 14 - Quiz

Voorzetsel
A
Woordsoort
B
Zinsdeel

Slide 15 - Quiz

Wat is geen voorzetsel?
A
tijdens
B
eerste
C
achter
D
langs

Slide 16 - Quiz

Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
op, vanwege, met
C
mooi, klein, blauw
D
negen, twee derde, weinig

Slide 17 - Quiz

Aan de slag..
Nakijken opdracht: 8,10,11,14
Maken opdracht 12
werkboek blz. 72

Snel klaar?
Oefenen met Slimleren.nl
Domein woordsoorten

Slide 18 - Slide