Dinsdag 21 september

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoel(en) vandaag
* Introductie informatie geven + video 
* Zelfstandig werken
* Introductie verwijswoorden en voegwoorden + video
* Afmaken opdrachten
* Evaluatie leerdoel
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoel(en) vandaag
* Introductie informatie geven + video 
* Zelfstandig werken
* Introductie verwijswoorden en voegwoorden + video
* Afmaken opdrachten
* Evaluatie leerdoel

Slide 1 - Slide

(Leestekens en spaties)
De minister ........
A
zei: ' Ik wacht af. "
B
zei: "Ik wacht af."
C
zei:" Ik wacht af."

Slide 2 - Quiz

voorbeelden van leestekens zijn:
A
dikgedrukte letters
B
schuingedrukte letters
C
titels van teksten
D
komma, hoofdletter, uitroepteken, punt

Slide 3 - Quiz

Leestekens maken het lezen ingewikkelder.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 4 - Quiz

Welke indeling heeft een zakelijke brief?

Slide 5 - Open question

Leerdoelen vandaag
Je stelt een eenvoudige zakelijke brief op met behulp van standaardformuleringen.

Je gebruikt veelvoorkomende voeg- en verwijswoorden.

Je maakt alinea's en geeft inhoudelijke verbanden duidelijk aan.


Slide 6 - Slide

Hoe ziet een zakelijke brief eruit
Een zakelijke brief bestaat uit de volgende elf vaste onderdelen:
1. Eigen adres
2. Adres van degene aan wie je de brief stuurt
3. Woonplaats en datum
4. Onderwerp
5. Aanhef
6. Inleiding
7. Middenstuk
8. Slot
9. Slotgroet
10. Handtekening
11. Eigen naam

Slide 7 - Slide

Zakelijke brief

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Zelfstandig aan de slag
Je gaat nu zelf oefenen met de verschillende opdrachten in de portal > Blok 3 > Trede 11

Je maakt van het kopje schrijven het onderdeel:
- informatie geven

Opdracht > klachtenbrief trui maken + inleveren Classroom

Klaar? > werk aan je eigen doelen

Slide 10 - Slide

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Nuri krijgt een vreemd mailtje binnen.

_________ denkt dat  ________ spam is.
deze
hij
zij
het
ze

Slide 11 - Drag question

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Er kunnen meerdere verwijswoorden goed zijn als antwoord. 
Vera doet het trucje voor.    ________  zegt:

‘Zo moet je ________ doen.’
deze
die
dit
dat
hij
zij
het

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Video

Slide 14 - Link

Een voegwoord...
A
verbindt zinnen of woorden met elkaar.
B
verbindt een koppelwerkwoord aan zijn naamwoord.
C
zijn twee woorden die aan elkaar verbonden zijn.
D
is als het metselwerk tussen de bakstenen

Slide 15 - Quiz

Wat is geen voegwoord:
A
terwijl
B
omdat
C
toen
D
fiets

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Link

Welke indeling heeft een zakelijke brief?

Slide 18 - Open question

Check in-vraag:
Ik weet wat voegwoorden zijn en ik kan ze herkennen en gebruiken in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Slide 20 - Link