Feit, mening, argumenteren

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?
1 / 17
next
Slide 1: Open question
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 1 - Open question

Theorie 
Feiten: een feit kun je controleren.
Meningen: een mening is iets wat iemand vindt.
Argument: reden waarom je een bepaalde mening hebt

Slide 2 - Slide

Waarderende argumenten

Over een waarderend argument kan je van mening verschillen en daarom moet zo’n argument ondersteund worden.

Voorbeeld

- Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop vind ik veel prettiger .

Met het argument ‘want die bioscoop vind ik veel prettiger’ zal niet iedereen het eens zijn en dat argument behoeft ondersteuning. Argumenten die je daarvoor zou kunnen aanvoeren zijn bijvoorbeeld: ‘de stoelen zijn er erg prettig’ en ‘op elke stoel heb je goed zicht op het filmdoek’.

Slide 3 - Slide

Feitelijke argumenten

Een feitelijk argument is waar of onwaar en hoeft niet onderbouwd te worden.

Voorbeeld
Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop is bij mij om de hoek.


Slide 4 - Slide

Argumentatie
  • feiten
  • onderzoek of wetenschap
  • normen en waarden
  • vermoedens
  • geloof of overtuiging
  • gezag of autoriteit
  • nut

Slide 5 - Slide

Feit/mening
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening

Slide 6 - Slide

Wat heb je nodig als je een mening goed wil overbrengen?
A
informatie
B
interesse in het onderwerp
C
argumenten
D
mensen die luisteren

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video


Argumenten kun je herkennen aan signaalwoorden. Woorden als want, omdat, en immers geven aan dat er een argument volgt.

Of aan de woorden ik vind....., ik ben van mening...

Slide 9 - Slide

Wat is een argument?
A
een argument is bewijsbaar
B
een argument is een reden waarom jij iets vindt

Slide 10 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij vreemde ideeën heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quiz

Wat doe je als je een argument weerlegt?
A
Dan bevestig je het argument
B
Dan bedenk je een argument
C
Dan herhaal je een argument
D
Dan ga je tegen het argument in

Slide 12 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quiz

Opdracht
Bedenk een stelling waarin je jouw mening laat blijken over een onderwerp. 

Je moet dit kunnen beargumenteren; dus anderen overtuigen van jouw mening. 

Hiervoor heb je bewijsbare feiten nodig!

Slide 15 - Slide

Schrijf hier jouw stelling/mening.

Slide 16 - Open question

Opdracht 2.
1. Schrijf jouw stelling op
2. Bedenk tenminste 3 goede argumenten om anderen over te halen. 
3. Met minimaal 1 bewijsbaar feit.
4. Zorg dat je dit voor de klas kunt presenteren in max 2 minuten.

 

Slide 17 - Slide