What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
181126 NW gezegde
Welkom...
Pak je leesboek.
We beginnen met
10 minuten lezen in stilte.
timer
10:00
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
14 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom...
Pak je leesboek.
We beginnen met
10 minuten lezen in stilte.
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Vandaag: grammatica
Theorie naamwoordelijk gezegde (NWG)
Aan de slag (oef. 18, 19, 20)!
Wil je gelijk aan de slag met het NWG? Dat kan!
Lees de theorie op blz. 26 t/m 29, maken oefening 18, 19 & 20.
Ben je daarmee klaar, dan mag je lezen in je leesboek.
Slide 2 - Slide
Aan het einde van de les
Ken je het verschil tussen een werkwoordelijk gezegde (WWG) en een naamwoordelijk gezegde (NWG).
Kun je het naamwoordelijk gezegde (NWG) en het naamwoordelijk deel in een zin benoemen.
Slide 3 - Slide
Redekundig ontleden
2 soorten zinnen in het Nederlands:
Slide 4 - Slide
Actie of eigenschap?
De grote man fietst.
Die oude vrouw is lief.
Het vogeltje is van de tak gevallen.
De winkel is open.
De winkel is gisteren open geweest.
De winkel zal morgen past open zijn.
De tak is gebroken.
De winkel is geopend.
Slide 5 - Slide
Het vogeltje is van de tak gevallen.
WG = is gevallen
Slide 6 - Slide
De oude vrouw is lief geweest
NWG = is lief geweest
Slide 7 - Slide
Verschil: WWG en NWG
Slide 8 - Slide
Het naamwoordelijk deel bestaat uit:
een bijvoeglijk naamwoord (ziek)
een zelfstandig naamwoord (timmerman, piloot, een goede spits)
Mijn grote broer is timmerman.
Mijn grote broer is heel erg handig.
Slide 9 - Slide
Even oefenen (1)
Het meisje heeft uit de suikerpot gesnoept.
WWG: heeft gesnoept
Op een gegeven moment werd hij boos.
naamwoordelijk deel: boos
NWG: werd boos
Slide 10 - Slide
Even oefenen (2)
Ik wil later piloot worden.
naamwoordelijk deel: piloot
NWG: wil piloot worden
Die piloot is uit het vliegtuig gevallen.
WWG: is gevallen
Slide 11 - Slide
Naamwoordelijk deel herken je aan:
Een eigenschap
Een koppelwerkwoord (een werkwoord dat het naamwoordelijk deel 'koppelt' aan het onderwerp)
Er bestaan 9 koppelwerkwoorden (blz. 26):
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen > ZWABBELS
PLUS: heten, dunken, voorkomen
Slide 12 - Slide
NWG gevonden? Controleer 3 dingen!
Zit er een koppelwerkwoord in het gezegde?
Zegt het naamwoordelijk deel iets over het onderwerp?
Begint het naamwoordelijk deel
niet
met een voorzetsel?
Zijn opa / was / erg boos / op hem.
Ik / word / door hen / gepest.
Slide 13 - Slide
Afronding
Vul hieronder een naamwoordelijk deel in en benoem het naamwoordelijk gezegde.
Vandaag ben ik ... geworden.
Huiswerk dinsdag:
maken oefening 18, 19 en 20
Slide 14 - Slide
More lessons like this
H2.4 GRAMMATICA
October 2020
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica - herhaling zinsontleden klas 1 +2
March 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
naamwoordelijk gezegde/kww
September 2017
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2 h redekundig ontleden les 3 (t/m nwg)
January 2021
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2ha grammatica hoofdstuk 4
January 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica Blok 3 & 4 - zinsontleding
December 2020
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Trede 09 - NWG en WWG
October 2021
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
A3 Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde oefenen
March 2020
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3