DOEL EN PUBLIEK

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Tekstdoel en publiek

Lesdoelen

Aan het einde van deze les weet je:

• hoe je publieksgericht kunt schrijven
• wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken
• en voor wie de tekst bedoeld is. 

Test jezelf!

n.a.v. de bekeken video uit de weekplanner

Waarom is het belangrijk om de toon en het taalgebruik aan te passen aan je publiek?

Wat is het verschil tussen formeel en informeel?

Formeel

Informeel

u/uw

Je/jij

Smartphone

Mobieltje

Dag Henk

Geachte heer/mevrouw,

Communiceren

Praten

Hoe kun je zien voor wie een tekst bedoeld is?
Door te kijken naar:

1. Het onderwerp en de afbeeldingen
2. Onderwerp, taalgebruik, inhoud, lay-out, locatie
3. De schrijver van de tekst
4. Het tekstdoel

Ik ken de vier tekstdoelen

1. Ja
2. Nee
3. Misschien
4. Niet alle vier

Welke is GEEN tekstdoel?

1. Informeren
2. Fantaseren
3. Instrueren
4. Overtuigen

Wat zijn voorbeelden van tekstdoelen?

1. artikel, tijdschrift, krant, recept
2. informeren, instrueren, activeren, overtuigen
3. informerende tekst, activerende tekst, overtuigende tekst
4. Formeel/informeel

Tekstsoorten

Sleep de tekstvormen naar de bijbehorende tekstdoelen.

informeren

overtuigen

activeren

amuseren

stripverhaal

handleiding

schoolboektekst

filmrecensie

advertentie

roman

ingezonden brief

Welke tekstvorm hoort bij het gegeven tekstdoel?

Overhalen

Amuseren

Instrueren

Informeren

Opdracht deze week 

Maak nu individueel de opdrachten uit Starttaal: hoofdstuk 4: opdracht 2,3,4, 5

Je maakt de opdrachten individueel en hoeft dus niet met een klasgenoot samen te werken

Ik weet het verschil tussen formeel en informeel

Ik weet welke tekstdoelen er zijn en hoe je ze kunt herkennen. 

Vragen?