1AB: Unité 4, Cours 6 (Grammaire II - la négation)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bienvenue !

• Prends ton livre.
  
  
• Ouvre ton livre sur la page 123. 

Programme

• Objectif : Je kent de ontkenning in het Frans.
  
  
• 16AB
• De ontkenning
• 16CDE

De ontkenning

• Vandaag gaan jullie de ontkenning in het Frans leren.
  
  
• Die is wat anders dan in het Nederlands. 
  
  
• Luister maar! We gaan 16A en 16B maken en nakijken, voordat ik alles helemaal uitleg. 

16AB

Quelles sont tes réponses ?

De Franse ontkenning

• Fransen gebruiken niet één, maar twee woorden om een ontkenning te maken:  ne + pas
  
  
• Deze twee woorden betekenen samen hetzelfde als "niet" of "geen" in het Nederlands

De Franse ontkenning

• In het Frans zet je deze twee woorden om de persoonsvorm in de zin (het werkwoord dat je vervoegt): 

De Franse ontkenning

• Om een zin ontkennend te maken, moet je dus:
  1. ne ... pas gebruiken;
  2. Ne pas rondom de persoonsvorm zetten. Ne ervoor, pas erachter.
  
  Je vais à l'école (Ik ga naar school) -> Je ne vais pas à l'école (Ik ga niet naar school)

De Franse ontkenning

• LET OP: als de persoonsvorm met een klinker of stomme H begint, dan verandert ne in n' !
  - J'adore les maths (Ik ben dol op wiskunde) -> Je n'adore pas les maths (Ik ben niet dol op wiskunde)
  - Tu habites à Woldendorp (Jij woont in Woldendorp) -> Tu n'habites pas à Woldendorp (Jij woont niet in Woldendorp)

De Franse ontkenning

• Daarnaast bestaan er nog een aantal andere ontkenningen, die 'niet meer', 'nooit' en 'niets' betekenen. Bij deze ontkenningen verandert 'pas' in een ander woord. Ne blijft hetzelfde.
  - Ne ... plus = Niet meer, Geen meer
  - Ne ... jamais = Nooit
  - Ne ... rien = Niets

Exemples

• Je n'ai pas une soeur (Ik heb geen zus)
  
  
• Amir ne déteste plus les devoirs (Amir heeft geen hekel meer aan huiswerk)
  
  
• Nous n'allons jamais à Paris (Wij gaan nooit naar Parijs)
  
  
• Mes cousins n'ont rien (Mijn neven hebben niets)

De Franse ontkenning

• Tot slot:
  - C'est wordt ce n'est pas. De c' is namelijk geen deel van de persoonsvorm, maar het onderwerp:
  C'est intéressant (Het is interessant) -> Ce n'est pas intéressant (Het is niet interessant)
  - Als Fransen praten, laten ze vaak de ne of n' weg:
  J'aime pas la géo. / C'est pas intéressant.

Samengevat

• Ne/N' ... pas = niet/geen
• Ne/N' ... plus = niet/geen meer
• Ne/N' ... jamais = nooit
• Ne/N' ... rien = niets
  
  
• Je zet deze woorden rondom de persoonsvorm in de zin, oftewel het werkwoord in de zin. 

Probeer maar eens!

• Maak de volgende zinnen ontkennend met ne/n' ... pas.
  
  1. Il a ton livre.
  2. Ma mère prépare un gâteau.
  3. Nous allons à droite.
  4. Ils habitent à Paris.

Probeer maar eens!

• Maak de volgende zinnen ontkennend met ne/n' ... pas.
  
  1. Il a ton livre. -> Il n'a pas ton livre.
  2. Ma mère prépare un gâteau. -> Ma mère ne prépare pas un gâteau.
  3. Nous allons à droite. -> Nous n'allons pas à droite.
  4. Ils habitent à Paris. -> Ils n'habitent pas à Paris.

16CDE

• Het eerste stukje van 16C doen we nog samen, daarna gaan jullie zelf aan de slag.
   
  

Au travail !

Quoi? Maak exercice 16CDE	Avec qui? Zelfstandig.	Besoin d'aide? - Lees de tekst op pages 123-124. - Steek je hand op.
Temps?	Résultat? Je hebt de Franse ontkenning geoefend.	Fini? - Maak exercices 16G en 16H op page 143. - Leer Apprendre 5 op page 134.

Programme

• Objectif : Je kent de ontkenning in het Frans.
  
  
• 16AB - ✔
• De ontkenning - ✔
• 16CDE - ✔

Le prochain cours...

...Parler

• Devoirs:
  - Finir 16CDE / Apprendre Apprendre 5 sur la page 134.