Herhaling alles unité 4 + bonusopdracht

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

la tâche de début
Trouvez les erreurs:

  • Martin habite pas ici.
  • Tu ne va pas à l'école.
  • Nous alons regarder la télé.

Tip: kijk op pagina 134 in je boek
timer
1:00

Slide 2 - Slide

Planning:
  • La tâche de début
  • Lessonup: Herhaling grammaire 1 & 2
  • bonusopdracht: kamer omschrijven

Slide 3 - Slide

Prenez votre chromebook
Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.



Slide 4 - Slide

Aller
Gaan 
Je 
Ik ga
Tu 
Jij gaat
Il / elle  
Hij / zij ga
on 
wij gaan
nous 
wij gaan
vous 
jullie gaan / u gaat
Ils / Elles 
zij gaan
Verbe "Aller" 
vas
va
vont
allons
vais
allez
va

Slide 5 - Drag question

Tu ........ à l'école.

Slide 6 - Open question

Vertaal:
Demain, je vais jouer de la guitare

Slide 7 - Open question

Futur proche
J' (ik)
vais
parler
Tu (jij)
vas
parler
Il/elle/on (hij/zij/wij)
va
parler
nous (wij)
allons
parler
Vous (jullie/u)
allez
parler
Ils/elles (zij)
vont
parler
Ik ga praten
Toekomende tijd: futur proche

Slide 8 - Slide

Vertaal:

Wij gaan verhuizen
A
Nous déménageons
B
Vous déménagez
C
Nous allons déménager
D
Vous allez déménagez

Slide 9 - Quiz

1. De Ontkenningen
niet/geen =                           ne ... pas
nooit=                                      ne ...jamais
niets=                                      ne ... rien
niet meer, geen meer =   ne ... plus

Slide 10 - Slide


Maak ontkennend:
Théo va déménager
A
Théo ne va déménager
B
Théo va pas déménager
C
Théo ne va pas déménager
D
Théo va ne pas déménager

Slide 11 - Quiz


Maak ontkennend:
Ton père est à la boulangerie
A
Ton père n'est à la boulangerie.
B
Ton père est à la boulangerie
C
Ton père est pas à la boulangerie
D
Ton père n'est pas à la boulangerie

Slide 12 - Quiz


Maak de zin ontkennend: (nooit)
Il est en retard.

Slide 13 - Open question

Le jardin
La cuisine
Les escaliers
Le garage
Le salon
Le couloir
La salle de bains
La chambre

Slide 14 - Drag question

Zet de woorden in de juiste volgorde:
Mijn slaapkamer is op de tweede verdieping.
Ma
chambre
est
au
deuxième
étage

Slide 15 - Drag question

Welk voorzetsel past het best bij het plaatje?
Les prépositions - de voorzetsels
devant
sur
à côté de
dans
sous

Slide 16 - Drag question

Au travail!
Omschrijf je slaapkamer in het Frans

  1. Maak een tekening van je kamer 
  2. Schrijf een stukje tekst van minimaal 75 woorden waarin je je kamer omschrijft.
  3. Minimaal 8 zinnen.
  4. Vertel over je meubels en waar deze staan.
  5. Gebruik bij elke zin een voorzetsel

Bijvoorbeeld: Mon lit est sous la fenêtre.

Hoe: Iedereen maakt een eigen stukje tekst + plattegrond maar er mag hardop overlegd worden.

Tip: Bekijk de zinnen op blz 136 

Slide 17 - Slide