3. Debatteren: Debat in de klas

Programma
1) Theorie debatteren, stelling, argumenten en drogredenen
2) Stellingen uitdelen en voorbereiden van het debat

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programma
1) Theorie debatteren, stelling, argumenten en drogredenen
2) Stellingen uitdelen en voorbereiden van het debat

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Je leert goed naar elkaar te luisteren.
Je leert een standpunt te onderbouwen met argumenten, tegenargumenten te geven en deze te weerleggen.

Slide 2 - Slide

Debat
Bij een debat probeer je de jury ervan te overtuigen dat je de beste argumenten hebt voor of tegen de gegeven stelling.

Voor een wedstrijddebat bereid je vooraf argumenten voor beide kanten voor, want je hoort pas vlak voor het debat of je voor of tegen bent.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

De rollen bij een debat:
  • 4-5 debaters als voor- of tegenstander
  • Voorzitter: opent het debat en leidt het onderwerp in. Wijst beurten toe en grijpt in waar nodig.
  • Tijdwaarnemer: geeft een seintje aan de voorzitter als de tijd erop zit.
  • Jury: de jury bepaalt aan de hand van de argumentatie welke groep heeft gewonnen. Duidelijk uitleggen!
  • Observanten: elke observant beoordeelt een debater. Je krijgt van de docent een beoordelingsformulier.




Slide 5 - Slide

Hoe kun je winnen?
1) Zorg voor goede argumenten
Wanneer zijn argumenten goed?
- Als ze echt betrekking hebben op het standpunt.
- Ze elkaar niet tegen spreken.
- Ze gebaseerd zijn op feiten (onderzoeksresultaten, experts, gebeurtenissen).

Slide 6 - Slide

Hoe kun je winnen?
2) Gebruik geen drogredenen
Voorbeelden zijn:
Verkeerde vergelijking: Neem nou de brugklassers, die klagen toch ook niet als ze een telaatbriefje moeten halen?
Beroep doen op verkeerde autoriteit:  Mijn tandarts vindt ook dat er meer gelezen moet worden.
Overhaaste generalisatie: Leraren zijn niet te vertrouwen
Cirkelredenering: Elsschot is zo’n goede schrijver, omdat hij zo goed schrijft.



Slide 7 - Slide

Hoe kun je winnen?
3) Door een goede verbale en non-verbale houding
Dat wil zeggen: duidelijk en gestructureerd formuleren en oplettend zijn, niet frunniken of iets dergelijks, laten zien dat je luistert, en gaan staan als je iets gaat zeggen en weer zitten als je spreekbeurt voorbij is.
4) Door een goede teamgeest
Laat anderen ook spreken, maar benut zelf ook kansen.
5) Door je aan de spelregels te houden
Luister naar de voorzitter!



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Groepjes indelen en stellingen verdelen
De 3 stellingen zijn:
1) Het illegaal downloaden van muziek en films moet harder worden aangepakt.
2) Iedereen moet verplicht DNA-materiaal afstaan.
3) Er moet een persoonlijk CO2-budget worden ingesteld voor iedere Nederlander. 

Slide 11 - Slide

Bedenk met je groepje voor- en tegenargumenten voor de stelling die jij hebt gekregen. 
1) In Nederland moet de leeftijdsgrens om alcohol te mogen drinken omlaag naar 16 jaar. 
2) De doodstraf moet weer ingevoerd worden in Nederland. 
3) Leerlingen mogen zelf hun lesrooster bepalen. 
4) Eigen stelling 

Slide 12 - Slide