T2 leren 1HV

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Wat te leren voor de toets?

• Jas in je kluis
• Spullen op tafel

       Boek, werkboek, schrift

• Tas van tafel

Kennen/Kunnen

• Je weet de belangrijkste delen om te leren voor de toets
• Je weet hoe je kunt leren voor de toets.

Tips voor het leren

• De gekleurde woorden in de tekst zijn kernbegrippen. Deze moet je altijd kennen! Leer ze m.b.v. Quizlet/BVJ online
• Afbeeldingen met namen van onderdelen zijn belangrijk! Zorg dat je deze delen kunt benoemen en (meestal) kan beschrijven wat de functie van het deel is.
• De huiswerkopdrachten helpen je oefenen voor de toets, maak ze en kijk ze ook goed na! 
• Oefenen is belangrijk! Test je kennis met oefenvragen, flashcards, oefentoetsen, overhoren. Kijk op: lessonup, BVJ online of Biologiepagina.nl
• Maak gebruik van de Biologie-AI, deze kan helpen bij bijv. : stof uitleggen en begrijpen, oefenvragen/toetsen bedenken over de stof
• Maak gebruik van de AI oefentoetsmaker, geef het een tekst en hij zal je overhoren met vragen.
• Al deze links kun je terugvinden in de studiewijzer van biologie!

Overzicht sites

Lessonup 

• Kijk alle lessen nog eens terug
• Beantwoord de vragen uit de lessen opnieuw
• Maak een oefentoets

BVJ online

• Bekijk/maak de opdrachten en kijk ze na!
• Doe de test jezelf van elke basisstof
• Gebruik de digitale flashcards voor kernbegrippen

Biologiepagina.nl

• Bekijk uitleg-video's, teksten en animaties over de stof
• Doe oefenopdrachten om kennis te testen
• Maak een oefentoets

Quizlet

• Oefen de kernbegrippen met digitale flashcards

Onderzoek toont aan dat: leerlingen die alleen maar leren door middel van lezen en uitleg bekijken slechter scoren dan leerlingen die na lezen/uitleg vooral leren door te oefenen met de stof.

!

Bedenkt vragen over de tekst die je geeft. Ga naar de digitale versie van BVJ, daar kun je de tekst van een basistof kopieren en dan plakken bij de AI. 

Je kunt dit ook voor andere vakken gebruiken!

De AI stelt je altijd multiple choice vragen over de tekst. Aan het eind vertelt het je hoe je het hebt gedaan en waar je nog op moet letten bij het leren van de tekst.

!

Basisstof 1: organen van dieren

• Onthouden: ik kan organen herkennen en benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp.
  
• Begrijpen: ik kan uitleggen wat een orgaan en een orgaanstelsel zijn en voorbeelden geven bij mensen en dieren.
  
• Begrijpen: ik kan de functie beschrijven van de belangrijkste orgaanstelsels bij de mens.
  
• Analyseren: ik kan vergelijkingen maken tussen organen van mensen en dieren en overeenkomsten aanwijzen.

Basisstof 2: Organen van planten

• Begrijpen: ik kan de bouw en functie uitleggen van wortels, stengels en bladeren met behulp van een tekening of model.
  
• Begrijpen: ik kan beschrijven wat het wortelstelsel doet en voorbeelden noemen van planten die dit laten zien.
  
• Toepassen: ik kan toelichten hoe water, mineralen en glucose worden vervoerd via het vatenstelsel van een plant.
  
• Toepassen: ik kan uitleggen en aantonen dat stengels stevigheid geven en stoffen transporteren.

Basisstof 3: Weefsels

• Begrijpen: ik kan uitleggen dat een organisme is opgebouwd uit cellen die samen weefsels en organen vormen.
  
• Onthouden: ik kan verschillende weefsels benoemen bij mensen en planten en hun functies beschrijven.
  
• Begrijpen: ik kan verklaren wat tussencelstof is en uitleggen waarom dit weefsel stevigheid geeft.
  
• Analyseren: ik kan onderzoeken en uitleggen hoe jaarringen in bomen ontstaan en wat ze zeggen over de leeftijd van een boom.

Basisstof 4: Cellen

• Onthouden: ik kan de delen van dierlijke cellen benoemen en hun functies uitleggen.
  
• Begrijpen: ik kan de delen van plantaardige cellen benoemen en de verschillen met dierlijke cellen uitleggen.
  
• Begrijpen: ik kan toelichten welke soorten plastiden er zijn en beschrijven hoe ze van type kunnen veranderen.
  
• Begrijpen: ik kan uitleggen wat een celorganel is en voorbeelden geven uit dierlijke en plantaardige cellen.

Basisstof 5: De celkern

• Onthouden: ik kan uitleggen dat chromosomen in de celkern liggen en noemen hoeveel chromosomen een menselijke cel bevat.
  
• Begrijpen: ik kan beschrijven hoe DNA is opgebouwd uit basenparen en herkennen hoe A–T en C–G samen horen.
  
• Begrijpen: ik kan verklaren dat DNA de erfelijke informatie bevat en voorbeelden geven van erfelijke eigenschappen.
  
• Analyseren: ik kan uitleggen wat een gen is en beschrijven hoe genen informatie bevatten voor verschillende eigenschappen.

Basisstof 6: Celdeling

• Begrijpen: ik kan beschrijven hoe een cel zich deelt en uitleggen wat er gebeurt met de chromosomen tijdens de deling.
  
• Begrijpen: ik kan verklaren wat plasmagroei is en toelichten hoe dochtercellen ontstaan.
  
• Analyseren: ik kan de stappen van de celcyclus beschrijven en uitleggen waarom celdeling belangrijk is voor groei en herstel.
  
• Begrijpen: ik kan het verschil uitleggen tussen gewone lichaamscellen en stamcellen, en voorbeelden geven van hun functies.

Opruimdienst

Elke les 3 andere leerlingen

• Tafels: recht en leeg
• Stoelen: aangeschoven OF eind dag: op de tafels
• Vloer: geen afval