Gramatik-Whg-Genitiv-Wechselpräpositionen-Handout

1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Dit moet je leren voor de toetsweek:
- Werkwoorden in 3 tijden =TrabiTour blz. 158 t/m 161 (bolletje 1 t/m 7)
- Alle Naamvallen leren = TrabiTour blz. 166 t/m 173 (bolletje 14 t/m23).

Slide 3 - Slide

Lernziel heute:
=> ich wiederhole den Genitiv (tweede naamval)
- ich weiß, wann er benutzt wird  
- ich kann die Formen benutzen

=> ich wiederhole die Wechselpräpositionen
- ich kenne die Wechselpräpositionen
- ich kann die Wechsepräpositionen benutzen

Slide 4 - Slide

Lernziel heute:
=> alle wiederholen den Genitiv (tweede naamval)
=> alle wiederholen die Wechselpräpositionen
= Lesson Up in "Grammatik für die Testwoche":
"Grammatik-Whg-Genitiv-Handout" (machen alle selbständig)

Dann: Du kannst Aufgaben hierzu üben (naamvallen-oefeningen)
ODER
einen Übungstest machen (oefentoets, naamvallen & werkwoorden)

Slide 5 - Slide

Hausaufgabe kontrollieren:
Kapitel 7 Challenge
Aufgabe 1
1 einen starken, oder, einen entspannenden
2 Ein, kleiner, weil, einen schrecklichen
3 den neuen, obwohl, ein langer
4 Bevor, die wichtige, einen guten
5 Als, einen kleinen
6 Wenn, eine lange, deine








Aufgabe 2
1 einer alten
2 meiner roten, keine
3 den runden
4 unseren neuen
5 die weiße
6 den großen
7 die schöne
8 meinen entrüsteten

Slide 6 - Slide

Genitiv (tweede naamval)
Was ist das noch mal??

Slide 7 - Slide

De tweede naamval drukt uit dat twee personen of zaken bij elkaar horen. In het Nederlands gebruiken we dan meestal van. Bijvoorbeeld:

de auto van mijn zus  -  das Auto meiner Schwester

Slide 8 - Slide

In het Nederlands?
Het Koninkrijk der Nederlanden
Het Leger des Heils
's avonds (=des avonds)
Anna's fiets
's Gravenhage
plek des onheils
de heer des huizes
de tand des tijds


Slide 9 - Slide

Der-groep:
mannelijk      vrouwelijk     onzijdig            meervoud
des + (e)s        der                  des + (e)s         der
dieses + (e)s   dieser             dieses +(e)s    dieser

Ein-groep:
mannelijk      vrouwelijk     onzijdig            meervoud
eines+(e)s      einer               eines                  keiner
meines+(e)s  meiner           meines+(e)s     meiner

Slide 10 - Slide

2e naamval of von?
In spreektaal komt von wel regelmatig voor 
en
-bij namen van personen: die Eltern von Tim
-bij geografische namen: der Hafen von Hamburg

Slide 11 - Slide

-s of -es?
Mannelijke en onzijdige woorden krijgen in de 2e naamval de uitgang -s, maar soms wordt in plaats daarvan de uitgang -es gebruikt:

-achter woorden die eindigen op een s-klank : die Quelle des Flusses (der Fluss)
-soms moet je de -s aan het einde verdubbelen: die Tore des Gefängnisses (der Gefängnis)
-achter woorden met 1 lettergreep: der Keller meines Hauses, die Mähnen des Pferdes

Slide 12 - Slide

1. De mening van mijn zus =
Die Meinung _________ Schwester__
A
meiner Schwester
B
meines Schwesters

Slide 13 - Quiz

2. Der Turm jen___ Kirche____ (die)
A
jenes Kirches
B
jener Kirche
C
jener Kirches
D
jenes Kirche

Slide 14 - Quiz

3. Die Mutter dies____ Kind____
A
dieser Kindes
B
dieser Kind
C
dieses Kindes
D
dieses Kind

Slide 15 - Quiz

Die Wechselpräpositionen (keuzevoorzetsels/wisselvoorzetsels)
Was ist das noch mal??

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Antworten:
  1. in einer alten Stadt (wo?=3e, v, ein-Gruppe)
  2. außer meiner roten (außer+3e, v, ein-Gruppe); keine Freunde (4e, mv, ein-Gruppe)
  3. um den runden Tisch (um+4e, m, der-Gruppe)
  4. bei unseren neuen Freunden (bei+3e, mv, ein-Gruppe)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

5. an die weiße Wand (waarheen?=4e, o, der-Gruppe)
6. an den großen Tisch (waarheen?=4e, m, der-Gruppe)
7. durch die schöne Stadt Trier
8. auf meinen entrüsteten Brief (auf? =7-2-regel: 4e, ein-Gruppe, m)

Slide 21 - Slide

Dieses Thema finde ich noch schwierig:

Slide 22 - Open question

Deze vragen heb ik nog:

Slide 23 - Open question

Brauchst du noch mehr Erklärungen (uitleg)?



Am Ende findest du ein Video über den Genitiv
und ein Video über die Wechselpräpositionen (in de video wisselvoorzetsels genoemd)

Slide 24 - Slide

A oder B?
A)  1. Bearbeite die Aufgaben auf dem Blatt
2. kontrolliere dann  mit den Lösungen (+uitleg!) auf teams
( "naamvallen-oefeningen-ANTWORTEN.pdf"

B) 1. mache den Übungstest 
2. kontrolliere mit den Antworten 
auf teams







                                Mehr üben? 
1) "Links für Grammatik" steht auf teams
2) slim stampen (online-Methode):
- Kapitel 1 = Genitiv (2e naamval)
- Kapitel 2+3 = Wechselpräpositionen 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide