Blok 8 | week 2 | les 2

Blok 8 | week 2 | les 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Staal SpellingBasisschoolGroep 6

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Blok 8 | week 2 | les 2

Slide 1 - Slide

Even lekker opfrissen

Slide 2 - Slide

Wat is het hulpwerkwoord?
De chirurg heeft alle operaties uitgevoerd.

Slide 3 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?
De chirurg heeft alle operaties uitgevoerd.

Slide 4 - Open question

Noem de rangtelwoorden.
De chirurg heeft alle operaties uitgevoerd: de eerste, de tweede en de derde.

Slide 5 - Open question

Ik verbood de jongen om te gamen.
In welke tijd staat deze zin?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 6 - Quiz

Zet de zin in de tegenwoordige tijd:
Ik verbood de jongen om te gamen.

Slide 7 - Open question

Lisa heeft altijd van honden gehouden.
In welke tijd staat deze zin?
A
tegenwoordige tijd
B
voltooide tijd
C
verleden tijd

Slide 8 - Quiz

Schrijf deze zin in de verleden tijd:
Lisa heeft altijd van honden gehouden.

Slide 9 - Open question

Deze les gaat verder over het trema-woord. Dit is categorie 28. 
 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Op je toetsenbord maak je een trema door shift en het trema-knopje (naast enter) tegelijk in te drukken. Daarna tik je de letter waar je het trema op wilt. 

 

Slide 12 - Slide

Schrijf hieronder 5 trema-woorden op:

Slide 13 - Open question

Tik het woord dat je hoort hieronder in.

Slide 14 - Open question

Tik het woord dat je hoort hieronder in.

Slide 15 - Open question

Maak blz 57 van je spellingschrift. 
Via zuluconnect, spelling oefenen klik je op het tabblad extra. Je gaat oefenen met categorie 28 - trema-woord. Zorg dat je score groen is!  

Slide 16 - Slide

In zuluconnect maak je het trema door shift en tremaknopje tegelijk in te drukken en daarna de letter waarop je het trema wilt. 
Of
Je klikt lang op de letter waar je het trema op wilt (op je scherm) en dan verschijnen er mogelijkheden boven die letter. Succes!! 

Slide 17 - Slide

Klaar? Oefen dan op de computer bij blok 8, oefening 1, 2 en 3 van spelling 

Slide 18 - Slide