This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Uitleggen wat de rol van Napoleon was op het machtsevenwicht in Europa tot 1814
Uitleggen dat de Restauratie een reactie was op de democratische revoluties in de 18e eeuw
Uitleggen dat aanhangers van het conservatisme en politiek liberalisme verschillend terug keken op die democratische revoluties
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Welke twee verlichtingsidealen zijn er?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Stelling: De Franse Revolutie heeft uiteindelijk weinig invloed gehad. Noem een argument voor deze stelling.
Slide 10 - Open question
Stelling: De Franse Revolutie heeft uiteindelijk weinig invloed gehad. Noem een argument tegen deze stelling.
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Welk begrip hoort bij de vorige afbeelding?
Slide 13 - Open question
Hoe zie je vandaag de dag conservatisme en liberalisme nog terugkomen? Sleep het juiste voorbeeld naar de juiste politieke stroming.
Conservatisme
Liberalisme
Slide 14 - Drag question
Sleep de stellingen naar de passende politieke stroming.
Conservatisme
Liberalisme
Vrijheden moeten vastgelegd worden in een grondwet.
De oude orde, met een koning, moet hersteld worden.
Burgers moeten inspraak hebben in het bestuur.
Rust en stabiliteit is belangrijk
Slide 15 - Drag question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Maken MEMO 8.1
3 tm 7
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Leerdoelen
uitleggen wat de rol van Napoleon was op het machtsevenwicht in Europa tot 1814
uitleggen dat de Restauratie een reactie was op de democratische revoluties in de 18e eeuw
uitleggen dat aanhangers van het conservatisme en politiek liberalisme verschillend terug keken op die democratische revoluties
Slide 20 - Slide
Maken MEMO 8.1
4 tm 7
Slide 21 - Slide
leg uit of het Koninkrijk der Nederlanden een voorbeeld is van de Restauratie en waarom België werd toegevoegd aan het koninkrijk
uitleggen hoe het Koninkrijk der Nederlanden tussen 1815 en 1848 werd bestuurd
de oorzaken en gevolgen van de Belgische Opstand beschrijven
uitleggen hoe de democratie in Nederland zich na 1848 ontwikkelde
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Verschil 1
- Het koninkrijk was veel groter dan de Republiek door toevoeging van de Oostenrijkse Nederlanden (het huidige België).
- Waarom? Krachtige bufferstaten om Frankrijk in bedwang te houden
Slide 24 - Slide
Verschil 2
Republiek = samenwerkingsverband van zelfstandige gewesten.
Koninkrijk der Nederlanden = centraal bestuurde eenheidsstaat, waar (net als in de Franse tijd) overal dezelfde wetten en regels golden.
Slide 25 - Slide
Verschil 3
De Republiek kende geen grondwet die de macht van de heersers moest beperken.
Koninkrijk der Nederlanden werd een constitutionele monarchie.
Constitutie = grondwet
Monarchie = koninkrijk
Constitutionele monarchie = koning is gebonden aan een grondwet.
Slide 26 - Slide
Verschil 4
De Republiek kende geen verkiezingen: de elite had de bestuursbanen onderling verdeeld.
Ook dat was nu anders. De koning en zijn ministers werden gecontroleerd door een parlement dat – het indirect – door een deel van de bevolking was gekozen.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Wat gebeurt er in 1848 in Nederland?
A
De grondwet wordt aangepast en daarmee is Nederland een democratie
B
Er breekt een revolutie uit voor meer democratie
C
België maakt zich onafhankelijk van Nederland met een revolutie
D
Willem I wordt koning van Nederland. Er is een grondwet, maar die is niet democratisch
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Slide
Hoe ziet Nederland er na het congres van Wenen uit?
A
Nederland is onderdeel van Frankrijk
B
Zoals Nederland er vandaag de dag uitziet
C
Nederland, plus België en Luxemburg
D
Als Republiek der zeven verenigde Nederlanden
Slide 31 - Quiz
Wat valt je op als je kijkt naar de afbeelding van het stembureau?