M1A - Chapitre 2 - E + herhaling ABCD

Aujourd'hui
Herhalen ABCD
Nakijken t/m ex. 19
Regarder: E
- ex. 20, 21, 22


Les buts: 
- je kunt een tijdschriftartikel over een familievakantie begrijpen
- je kent woorden die te maken hebben met familie en vakantie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Aujourd'hui
Herhalen ABCD
Nakijken t/m ex. 19
Regarder: E
- ex. 20, 21, 22


Les buts: 
- je kunt een tijdschriftartikel over een familievakantie begrijpen
- je kent woorden die te maken hebben met familie en vakantie

Slide 1 - Slide

maar

Slide 2 - Open question

le repas

Slide 3 - Open question

na, daarna
A
après
B
avec
C
et
D
quoi

Slide 4 - Quiz

het vlees

Slide 5 - Open question

Je zit op het terras in Parijs.
Hoe vraag je om de kaart?

Slide 6 - Open question

Hoe zeg je: eet smakelijk

Slide 7 - Open question

Hoe bestel je een cola en een pizza?
A
C'est un coca et une pizza
B
J'adore un coca et une pizza!
C
Voilà
D
Un coca et une pizza, s'il vous plait.

Slide 8 - Quiz

Werkwoorden op -er

Slide 9 - Slide

Werkwoorden op -er
Hoe vervoeg je de werkwoorden op -er ?

Slide 10 - Slide

Werkwoorden op -er
  • Stam: -er eraf halen

Slide 11 - Slide

Werkwoorden op -er
  • Stam: -er eraf halen
  • Uitgangen:
je 
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles

Slide 12 - Slide

Werkwoorden op -er
  • Stam: -er eraf halen
  • Uitgangen:
je                      e
tu                      es
il / elle / on    e
nous                 ons
vous                 ez
ils / elles         ent

Slide 13 - Slide

Werkwoorden op -er
  • Stam: -er eraf halen
  • Uitgangen:
je                      e
tu                      es
il / elle / on    e
nous                 ons
vous                 ez
ils / elles         ent
Exemple: donner

je  donne
tu donnes
il / elle / on donne
nous donnons
vous donnez
ils / elles donnent

Slide 14 - Slide

Nakijken

Slide 15 - Slide

Aujourd'hui
Herhalen ABCD
Nakijken t/m ex. 19
Regarder: E
- ex. 20, 21, 22
Lire: F
- ex. 23, 24


Les buts: 
- je kunt een de belangrijkste informatie uit een film begrijpen
- je kent woorden die iets te maken hebben met kopen

Slide 16 - Slide

Les devoirs
Volgende week SO!

Slide 17 - Slide