Verkeersborden

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Verkeersborden

Wat zijn verkeersborden?

- Op straat staan verkeersborden.
Mensen in het verkeer weten daardoor wat wel en niet mag.

- Er zijn verkeersborden voor voetgangers, fietsers en auto's. 

- De vorm en de kleur van een verkeersbord laten zien wat het bord betekent. 

Welk verkeersbord ben jij wel eens tegen gekomen?
Welke kleur en welke vorm had dit bord?

Er zijn 5 soorten vormen/kleuren verkeersborden.

Waarom is het handig dat verkeersborden verschillende vormen en kleuren hebben?

Dan nu.... Een verkeersborden quiz!
Weet jij wat de verkeersborden betekenen?

Wat betekent dit verkeersbord?

1. Je moet hier fietsen.
2. Je mag hier niet fietsen.
3. Pas op voor fietsers.
4. Er komt een fietspad aan.

Wat betekent dit verkeersbord?

1. Je moet hier lopen.
2. Pas op voor voetgangers.
3. Verboden om te lopen.
4. Er komt een zebrapad aan.

Wat betekent dit verkeersbord?

1. Je moet hier slingeren.
2. Er komt een hobbelige weg aan.
3. Pas op je kunt slippen (door gladheid).
4. Verboden om te slingeren.

Wat betekent dit verkeersbord?

1. Dit verkeersbord is nog niet af.
2. Je moet hier rechtdoor.
3. Pas op een stoplicht.
4. Je mag hier niet inrijden.

Wat betekent dit verkeersbord?

1. Je kunt hier parkeren.
2. Verboden te parkeren.
3. Je moet hier stoppen en nu parkeren.
4. Pas op voor de parkeerplaats.

Wat betekent dit verkeersbord?

1. Je moet hier gaan lopen.
2. Einde van de voetgangerszone.
3. Pas op voor kinderen.
4. Verboden voor voetgangers.

Wat betekent dit verkeersbord?

1. Let op voetgangers op het zebrapad.
2. Verboden op dit zebrapad te lopen.
3. Pas op voor auto' s die doorrijden.
4. Hier komt een stoplicht.

Wat betekent dit verkeersbord?

1. Er lopen hier mensen.
2. Er spelen hier kinderen.
3. Verboden te lopen.
4. Pas op voor voetgangers.

Wat betekent dit verkeersbord?

1. In deze wijk mogen geen kinderen komen.
2. Hier komt een woonerf.
3. Je moet hier voorrang geven aan kinderen.
4. Pas op voor auto's.

Haaientanden
op de weg

1. ik heb voorrang, ik mag doorrijden
2. ik moet altijd wachten
3. ik mag rijden als er geen verkeer aankomt
4. a,b,c zijn allemaal goed

Je ziet het bord verboden voor voetgangers en je loopt toch,
wat is de boete ?

1. 20 euro
2. 30 euro
3. 40 euro
4. 50 euro