Hulpwerkwoord en voltooid deelwoord

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

Hulpwerkwoord en voltooid deelwoord

Wat is het voltooid deelwoord van 'lopen'?

1. lopen
2. loop
3. gelopen
4. loopt

Welke zin gebruikt een hulpwerkwoord?

1. Hij leest het boek.
2. Hij heeft het boek gelezen.
3. Hij leest.
4. Hij gelezen het boek.

Wat is het hulpwerkwoord in deze zin? 'Zij is gegaan.'

1. gegaan
2. is
3. geef
4. zij

Welke zin bevat een voltooid deelwoord?

1. Zij zal het boek lezen.
2. Hij heeft het boek gelezen.
3. Hij leest het boek.
4. Hij leest snel.

Welke zin is een voorbeeld van voltooid deelwoord?

1. Hij sluit de deur.
2. Hij gaat de deur sluiten.
3. Hij sluit snel.
4. Hij heeft de deur gesloten.

Geef een voorbeeld van een hulpwerkwoord.

1. Hebben.
2. Mooi.
3. Lopen.
4. Zij.

Hoeveel hulpwerkwoorden zijn er in het Nederlands?

1. Er zijn er twee.
2. Er zijn er drie: hebben, zijn, worden.
3. Er zijn er vier.
4. Er zijn er vijf.

In welke zin staat een hulpwerkwoord?

1. De vaas staat op de tafel.
2. In de vaas zitten mooie rode rozen.
3. De vaas is van de tafel gevallen.
4. Alle rozen liggen op de grond.

In welke zin staat een voltooid deelwoord?

1. In de tuin fluit een merel een mooi liedje.
2. De merel zit hoog in de boom.
3. Plotseling loopt er een poes de tuin in.
4. De vogel is van schrik weggevlogen.

Wat is een voltooid deelwoord?

1. gedragen
2. zijn
3. is
4. geweldig

wat is het voltooid deelwoord van zitten?

Welk hulpwerkwoord hoort op de lege plek?
Mark ........ op vakantie geweest.