In de laatste zin van alinea 5 staat: ‘Maar met wat goede wil en zelfspot kom je er wel.’
Lees de situatie hieronder. In welk geval maakt de verzorger gebruik van zelfspot?
Een cliënt wil niet dat een man hem helpt met aankleden, omdat mannen daarvoor volgens hem te onhandig zijn. Om de man toch zover te krijgen dat hij zich laat aankleden, zegt de mannelijke verzorger:
A
'Meneer, u moet niet zo zeuren. Ik heb ervoor geleerd, dus laat u nu gewoon door mij aankleden alstublieft.'
B
'Dat is niet waar meneer. Mannen zijn net zo handig in het aankleden als vrouwen, dus ik kan u prima helpen.'
C
'Dat klopt meneer, ik ben onhandig. daarom moest ik van mijn vrouw ook eerst oefenen op de poppen van mijn dochter.'