1.1 - Lichtbronnen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Starttaak

1. Schrijf de weektaak op in je agenda.

2. Ga naar de online methode -> H6 -> Introductie

3. Maak 'Wat weet je al' opdrachten 1 t/m 8

Klaar? -> Lezen paragraaf 6.1 in je boek (blz. 56) + maken opdr.

Noteer in je agenda: 

Dinsdag 4 november

Online: introductie -> ‘wat weet je al?’ 1 t/m 8 

6.1 - Lichtbronnen

Leerdoelen 6.1

Na deze les kan je...

• Voorbeelden noemen van een natuurlijke en kunstmatige lichtbron.
• Lichtstralen schematisch tekenen.
• Uitleggen wat er gebeurt als licht diffuus teruggekaatst wordt. 
• De schaduw van een voorwerp tekenen.
• Je kunt bepalen in welk gebied zich de halfschaduw en de kernschaduw bevinden.

Wat zijn voorbeelden van lichtbronnen?

Is dit een natuurlijke of
kunstmatige lichtbron?

1. Natuurlijke
2. Kunstmatige

Is dit een natuurlijke of
kunstmatige lichtbron?

1. Natuurlijke
2. Kunstmatige

Is dit een natuurlijke of
kunstmatige lichtbron?

1. Natuurlijke
2. Kunstmatige

Is dit een natuurlijke of
kunstmatige lichtbron?

1. Natuurlijke
2. Kunstmatige

Is dit een natuurlijke of
kunstmatige lichtbron?

1. Natuurlijke
2. Kunstmatige

Lichtstralen

Je ziet de lamp als een deel van dit licht in je ogen terecht komt.

Lichtstralen tekenen

1. Start vanuit de bron.                                     
2. Teken meerdere rechte lijnen vanuit de bron in alle richtingen.          
3. Geef met een pijl aan welke kant het licht opgaat (van de bron af).

Lichtstralen tekenen

1. Start vanuit het midden van de bron.                                                                           
2. Teken meerdere rechte lijnen vanuit de bron in alle richtingen.          
3. Geef met een pijl aan welke kant het licht opgaat (van de bron af).

Wat valt je op aan
dit plaatje?

Verder van de lamp -> Zwakker 

(zie je aan de lichtstralen die verder uit elkaar staan)

Je kunt iets alleen zien wanneer ze verlicht worden.

1. Waar
2. Niet waar

1. Het licht van de lamp valt op de bal.
2. Het licht wordt in alle richtingen (diffuus) teruggekaatst.
3. Teruggekaatste licht komt in je ogen -> je ziet de bal.

De maan geeft licht.

1. Waar
2. Niet waar

Leerdoelen 6.1

Na deze les kan je...

• Voorbeelden noemen van een natuurlijke en kunstmatige lichtbron.
• Lichtstralen schematisch tekenen.
• Uitleggen wat er gebeurt als licht diffuus teruggekaatst wordt. 
• De schaduw van een voorwerp tekenen.
• Je kunt bepalen in welk gebied zich de halfschaduw en de kernschaduw bevinden.

Noem voorbeelden van natuurlijke lichtbronnen.

Noem voorbeelden van kunstmatige lichtbronnen.

Lichtbronnen tekenen

3 voorbeelden:

Goed of fout? En waarom?

Wat gebeurd er als licht diffuus wordt teruggekaatst.

Aan de slag!

Maak 'Wat weet je al' opdrachten 1 t/m 8

Klaar? -> Lezen paragraaf 6.1 in je boek (blz. 56)

Maken opdrachten 1 t/m 10 

Noteer in je agenda: 

Dinsdag 4 november

Online: introductie -> ‘wat weet je al?’ 1 t/m 8