Vertragen versnellen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo, havo
• Leerjaar 2

Soorten bewegingen

Hoe reken je m/s om naar km/h?

1. x 1000
2. : 1000
3. x 3,6
4. : 3,6

Wat is de formule om gemiddelde snelheid uit te rekenen

1. Vgem = s x t
2. Vgem = s : t
3. Vgem = t x s
4. Vgem = t : s

Waar staat de grootheid (letter) s voor in de formule Vgem = s : t

1. Gemiddelde snelheid
2. Snelheid
3. Tijd
4. Afstand

Je rijdt 30 kilometer in een half uur.
Wat is je snelheid?

1. 30 km/h
2. 30 m/s
3. 60 km/h
4. 60 m/s

Ik loop met een snelheid van 5 m/s. Ik loop voor 10 seconde. Welke afstand leg ik af?

1. 5 meter
2. 20 meter
3. 50 meter
4. 80 meter

Welke grafiek geeft een constante snelheid weer?

1. Tabel A
2. Tabel B
3. Tabel C
4. Tabel D

In de afbeelding zie je de beweging van een fietser. Waar staat de fietser stil bij een stoplicht?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Een sprinter legt de 100 meter af in 10 seconden.
Bereken zijn gemiddelde snelheid in km/h.

Albert legt de 100 meter af in 10 seconden.  Bereken zijn gemiddelde snelheid in km/h.

1. 10
2. 36
3. 3,6
4. 1000

Leerdoelen

• Je kunt in een afstand, tijd-diagram herkennen wanneer er sprake is van versnellen, vertragen, stilstaan of constante snelheid.
• Je kunt uit een recht stuk van een afstand, tijd-grafiek bepalen hoe groot de snelheid is.

In een afstand, tijd-diagram loopt de grafiek horizontaal. Dit wil zeggen...

1. Het staat stil.
2. De snelheid neemt af.
3. De snelheid blijft hetzelfde.
4. De snelheid neemt toe.

In een afstand, tijd-diagram loopt de grafiek met een rechte schuine lijn omhoog. Dit wil zeggen...

1. Het staat stil.
2. De snelheid neemt af.
3. De snelheid blijft hetzelfde.
4. De snelheid neemt toe.

In een afstand, tijd-diagram loopt de grafiek met een steeds steilere lijn omhoog. Dit wil zeggen...

1. Het staat stil.
2. De snelheid neemt af.
3. De snelheid blijft hetzelfde.
4. De snelheid neemt toe.

In een afstand, tijd-diagram loopt de grafiek omhoog die steeds minder steil gaat. Dit wil zeggen...

1. Het staat stil.
2. De snelheid neemt af.
3. De snelheid blijft hetzelfde.
4. De snelheid neemt toe.

Luke doet mee aan een triatlon. Hij legt de 3,8 km zwemmen af in drie uur, de 180 km fietsen in zes uur en de 42 km marathon in vier uur.

Bereken de gemiddelde snelheid in km/h voor de hele triatlon op 2 decimalen nauwkeurig.

Albert heeft van zijn fietstochtje een grafiek van de totale afstand gemaakt. Bereken de gemiddelde snelheid in km/h.

1. 6,9
2. 12,5
3. 25
4. 33,3

Werkwijze les

1) LessonUp doornemen

2a) Herhaling formule snelheid

      

2b) Maken hoofdstuk 4 paragraaf 4

           Start vanaf vraag 47

10 minuten

10 minuten

Klaar --> stencil formules berekenen oefenen voor SO die eraan komt

02:36

03:58

Werkwijze les

1) LessonUp doornemen

2a) Herhaling formule snelheid

      

2b) Maken hoofdstuk 4 paragraaf 4

           Start vanaf vraag 47

10 minuten

10 minuten

Klaar --> stencil formules berekenen oefenen voor SO die eraan komt

Leerdoelen

• Je kunt in een afstand, tijd-diagram herkennen wanneer er sprake is van versnellen, vertragen, stilstaan of constante snelheid.
• Je kunt uit een recht stuk van een afstand, tijd-grafiek bepalen hoe groot de snelheid is.

Versnellen

versnellen

versnellen is het toenemen 
van de snelheid

versnellen

In de rechter (v,t)-diagram zie je een eenparige versnelling.

Versnelling: als de snelheid toeneemt.

Eenparig versnellen: als de snelheid elke seconde
met dezelfde hoeveelheid      toeneemt. 

Op welk punt is de fietser aan het versnellen?

1. A
2. B
3. C
4. D

Om een voorwerp te versnellen is een nettokracht nodig

1. Waar
2. Niet waar

Vertragen

vertragen

vertragen is het afnemen 

van de snelheid

vertragen

In de rechter (v,t)-diagram zie je een eenparige vertraging.

Vertraging: als de snelheid afneemt.

Eenparige vertraging: als de snelheid elke seconde met dezelfde hoeveelheid afneemt.

Als de nettokracht kleiner is dan nul, vertraag je.

1. waar
2. niet waar