Welvaart hoofdstuk 2

Welkom!

Ben je klaar voor de les?
1 / 47
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom!

Ben je klaar voor de les?

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Klassieke economie
  • Adam Smith

Slide 2 - Slide

Intro
Milton Friedman (Free to choose, PBS)
'Lesson of the pencil'

  • Welke claim maakt Friedman over het potlood?
  • Welk mechanisme zorgt ervoor dat het potlood gemaakt werd?
  • Welke conclusie zou je zelf trekken uit deze les van Friedman?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Intro
Milton Friedman (Free to choose, PBS)
'Lesson of the pencil'

  • Welke claim maakt Friedman over het potlood?
  • Welk mechanisme zorgt ervoor dat het potlood gemaakt werd?
  • Welke conclusie zou je zelf trekken uit deze les van Friedman?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Klassieke economen
  • Adam Smith
  • On the wealth of nations (1776)
  • Invisible hand
  • Prijs

Slide 8 - Slide

Adam Smith (onzichtbare hand, eigen belang)
John Nash (handelen in eigen belang EN de groep)

Slide 9 - Slide

Klassieke economen: Adam Smith
Vraag en aanbod komen in evenwicht door de 'onzichtbare hand' van de vrije markteconomie. Is er minder vraag, dan 
dalen de lonen en de prijzen en dan stijgt de verkoop. 

Wet van Say
elk aanbod, creëert zijn eigen vraag. Oftewel: alles wat je maakt, wordt verkocht. 

Slide 10 - Slide

Vrije markt
De rijkdom in een samenleving ontstaat als iedereen ernaar streeft voor zichzelf meer te verdienen.
Door eigenbelang na te streven ontstaat een onzichtbare hand.

Slide 11 - Slide

Marktevenwicht
De exogene prijs wordt bepaald op de markt. 
De markt bestaat uit vraag en aanbod.
We spreken van marktevenwicht wanneer 
de prijs ervoor zorgt dat vraag gelijk is aan 
aanbod, dus waar qa = qv. 
Dit gebeurt d.m.v. het marktmechanisme, of de onzichtbare hand.


Slide 12 - Slide

Marktevenwicht
Hoe ontstaat het marktevenwicht?
  • De 'onzichtbare hand' of 'vrije prijsvorming':
  • Als prijs hoger is dan het evenwicht => meer aanbieders dan vragers => aanbodoverschot => daalt de prijs.
  • Als prijs lager is dan het evenwicht => meer vragers dan aanbieders => vraagoverschot => stijgt de prijs.

Slide 13 - Slide

Wat is klassieke economie? (1)
  • Marktevenwicht
  • Marktmechanisme
  • Vrije markt  

Slide 14 - Slide

Wat is klassieke economie? (2)
  • 18/19e eeuw
  • vrije markt
  • Aanbodeconomen
  • Zelfregulerend
  • Structurele kant van economie

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Klassieke economen
  • Adam Smith
  • John Stuart Mill 
  • David Ricardo
  • Thomas Malthus

Slide 17 - Slide

Klassieke economen
  • John Stuart Mill
  • Principles (1848)
  • Utility
  • Nut

Slide 18 - Slide

Klassieke economen
  • David Ricardo 
  • On the principles of Political Economy and Taxation (1817)
  • Comparative advantage

Slide 19 - Slide

Klassieke economen
  • Thomas Malthus
  • An essay on the principle of population (1798)
  • Malthusion trap

Slide 20 - Slide

Lesdoelen
  • Klassieke economie
  • Adam Smith

Slide 21 - Slide

Aan de slag!
  • Maken 2.1 t/m 2.5

Slide 22 - Slide

Welkom!

Ben je klaar voor de les?

Slide 23 - Slide

Lesdoelen
  • Potentiele productie
  • Totale factorproductiviteit
  • Productiefunctie

Slide 24 - Slide

Intro
  • Land X & land Y
  • 5 miljoen arbeiders
  • kapitaalgoederenvoorraad twv 100 miljard
  • Land X => BBP van 200 miljard
  • Land Y => BBP van 400 miljard

Waar kan dat aan liggen?

Slide 25 - Slide

Potentiële productie
  • Hoeveelheid arbeid
  • Hoeveelheid kapitaal
  • Totale factorproductiviteit

Potentiële productie = het houdbare niveau van productie

Slide 26 - Slide

Totale factorproductiviteit
1. Economisch kapitaal
Innovaties en verbetering infrastructuur

2. Menselijk kapitaal
Scholing van de beroepsbevolking

Slide 27 - Slide

Totale factorproductiviteit
3. Natuurlijk kapitaal
De geografische ligging en beschikbaarheid van natuur, klimaat en bodemschatten

4. Maatschappelijke factoren
Politieke stabiliteit en kwalitatief goede instituties

Slide 28 - Slide

De productiefunctie
De macro-economische productiefunctie geeft het BBP als functie van de productiefactoren: 
kapitaal, arbeid:
  
Y*= A(K,L) waarbij A, K en L positieve getallen zijn

Slide 29 - Slide

Productiefunctie





Hoeveel inzet van de productiefactoren nodig is voor een bepaalde productie (van goederen en diensten).

Slide 30 - Slide

Uitleg Productiefunctie

Productiefunctie: 
hoeveel inzet 
voor een bepaalde 
productie.
a = aantal uren arbeid
q = aantal muren

Slide 31 - Slide

Productiefunctie:
Eerst neemt de 
hoeveelheid producten 
steeds verder toe bij 
toevoeging van een 
extra werknemer, 
daarna neemt 
de stijging af.

Slide 32 - Slide

Toe- en afnemende meeropbrengsten 
kun je ook zien in de productiefunctie:
Eerst neemt de 
hoeveelheid producten 
steeds verder toe bij 
toevoeging van een 
extra werknemer, 
daarna neemt 
de stijging af.

Slide 33 - Slide

Lesdoelen
  • Potentiele productie
  • Totale factorproductiviteit
  • Productiefunctie

Slide 34 - Slide

Aan de slag!
  • Maken 2.1 t/m 2.5
  • Maken 2.6 t/m 2.12

Slide 35 - Slide

Welkom!

Ben je klaar voor de les?

Slide 36 - Slide

Lesdoelen
  • Herhaling productiefunctie
  • Structuurbeleid

Slide 37 - Slide

Productiefunctie





Hoeveel inzet van de productiefactoren nodig is voor een bepaalde productie (van goederen en diensten).

Slide 38 - Slide

De productiefunctie
De macro-economische productiefunctie geeft het BBP als functie van de productiefactoren: 
kapitaal, arbeid:
  
Y*= A(K,L) waarbij A, K en L positieve getallen zijn

Slide 39 - Slide

Potentiële productie
  • Hoeveelheid arbeid
  • Hoeveelheid kapitaal
  • Totale factorproductiviteit

Structuurbeleid =
Wat kan de overheid doen om deze aspecten te verbeteren en zo de potentiele productie te laten groeien

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Structuurbeleid arbeid
Beleidsmogelijkheden overheid om hoeveelheid en/of kwaliteit arbeid toe te laten nemen
  • Arbeidsmarktparticipatie vrouwen, minderheden, arbeidsgehandicapten
  • Pensioenleeftijd verhogen
  • Arbeidsmigratie vereenvoudigen
  • Scholing beroepsbevolking bevorderen (factorproductiviteit)

Slide 42 - Slide

Structuurbeleid kapitaal
Beleidsmogelijkheden overheid om hoeveelheid en/of kwaliteit kapitaal toe te laten nemen
  • Uitbreidingsinvesteringen bestaande industrie (breedte/diepteinvesteringen)
  • Investeringen nieuwe industrie

Slide 43 - Slide

Structuurbeleid factorproductiviteit
Beleidsmogelijkheden overheid om totale productiviteit arbeid en kapitaal toe te laten nemen
  • Onderwijs (arbeid)
  • Innovatie en R&D (kapitaal)
  • Infrastructuur (bijvoorbeeld Schiphol, Panamakanaal)
  • Politieke stabiliteit (dictatuur => democratie)

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Lesdoelen
  • Herhaling productiefunctie
  • Structuurbeleid

Slide 46 - Slide

Aan de slag!
  • Maken 2.1 t/m 2.5
  • Maken 2.6 t/m 2.12
  • Maken 2.13 & 2.14

Slide 47 - Slide