week 10: H4 woordenschat (2e les)

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt:
  • Je laptop
stopwatch
00:00
Doel: 10 keer achter elkaar 1 minuut
8 maart 1:20
10 maart 0:59
11 maart 1:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt:
  • Je laptop
stopwatch
00:00
Doel: 10 keer achter elkaar 1 minuut
8 maart 1:20
10 maart 0:59
11 maart 1:00

Slide 1 - Slide

Meneer Oosterkamp
Voorstellen

Slide 2 - Slide

  • H4 lezen: inleiding, middenstuk en slot
  • H6 lezen: tekst en afbeeldingen
  • Herhalen/oefenen voor de toets
Vorige lessen

Slide 3 - Slide





Lezen



Woordenschat
















Na de lessen deze week...
  • heb je H4 en H6 lezen herhaald en ben je goed voorbereid op de toets.


  • kun je de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.


Doel

Slide 4 - Slide

Je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.

Doel

Slide 5 - Slide

  1. Een synoniem zoeken
  2. Een betekenis (omschrijving) zoeken
  3. Een voorbeeld zoeken
Woordenschat: wat doe je als je een woord niet kent of begrijpt?

Slide 6 - Slide




  • = woorden die elkaars tegenstellingen zijn 
  • Bijvoorbeeld: boven <> onder


  • Waarom is dat handig? 
  • Als je een tekst leest en een woord niet kent, dan kun je de betekenis van dat woord soms vinden door de tegenstelling.



  • De Playstation 5 is prijzig, maar in de aanbieding is hij hopelijk goedkoop.

  • Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat vaak snel voorbij. 

  • Ik wilde de foto op m'n telefoon vergroten. Ik drukte echter per ongeluk op verkleinen.

  • maar, echter, toch, daarentegen vertellen je dat er een tegenstelling wordt genoemd (mavo: signaalwoorden)
Tegenstellingen

Slide 7 - Slide

Aan welk woord zie je dat er een tegenstelling in de zin staat?
Er
een verkeerslicht
maar
staat
wil 
de buurt
op de gevaarlijke kruising,
tijdelijk
er
permanent
een
op die plek.

Slide 8 - Drag question

Welk woord is de tegenstelling van tijdelijk? 
Er
een verkeerslicht
maar
staat
wil 
de buurt
op de gevaarlijke kruising,
tijdelijk
er
permanent
een
op die plek.

Slide 9 - Drag question

Aan welk woord zie je dat er een tegenstelling in de zin staat?
De meisjestweeling
Hun
is
kleedt zich
erg 
daarentegen
karakter
identiek.
verschillend.

Slide 10 - Drag question

Welk woord is de tegenstelling van identiek?
De meisjestweeling
Hun
is
kleedt zich
erg 
daarentegen
karakter
identiek.
verschillend.

Slide 11 - Drag question

Je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.

Doel

Slide 12 - Slide



Wat?
  • H4, woordenschat: opdr. 1 t/m 6

Hoe?
  • Online
  • Naam netwerk: DNC-P
  • Wachtwoord: DNC34assen

Klaar?
  • H4, woordenschat: de rest van de opdrachten
  • Leren voor de toets (H4 lezen + H6 lezen)



Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Begin even ergens anders.
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.

Doel

Slide 14 - Slide





Lezen



Woordenschat
















Na de lessen deze week...
  • heb je H4 en H6 lezen herhaald en ben je goed voorbereid op de toets.


  • kun je de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.


Doel

Slide 15 - Slide

Volgende lessen
Maandag: weektaak af
  • H4, woordenschat: opdr. 1 t/m 6
  • Verder werken mag

Maandag 15 maart: toets lezen H4 en H6 (2x)
Dyslexie? Neem je laptop + oordopjes mee voor SprintPlus.

Alessandro, Kamal & Hassan: nog even blijven zitten


Slide 16 - Slide