This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Oefenen CITO 2019
(Opgavenboekje 1: Rekenen 1)
Slide 1 - Slide
1. Henk en Gaby kopen deze 4 meubels. Hoeveel euro moeten zij betalen?
A
B
C
D
Slide 2 - Quiz
2. 7 van de 28 leerlingen uit de klas zijn op wintersportvakantie geweest. Hoeveel procent is dat?
A
B
C
D
Slide 3 - Quiz
3. Hoeveel gram meel ligt op de weegschaal?
A
B
C
D
Slide 4 - Quiz
4. Breuken optellen (5/24 + 2/3)
A
B
C
D
Slide 5 - Quiz
5. Kim en Fedde lopen allebei dezelfde wandeltocht van 15 km. Ze ontmoeten elkaar onderweg om samen pauze te houden. Hoe laat begint deze pauze?
A
B
C
D
Slide 6 - Quiz
6. Er komen 12000 toeschouwers naar het stadion. Het stadion heeft 4 ingangen. Elke ingang heeft 4 poortjes. Hoeveel toeschouwers gaan er gemiddeld door een poortje?
A
B
C
D
Slide 7 - Quiz
7. Hoeveel km is de Langelaan in werkelijkheid?
A
B
C
D
Slide 8 - Quiz
8. Chanti staat bij het raam en kijkt naar buiten. In welke richting kijkt zij?
A
B
C
D
Slide 9 - Quiz
9.
180 007 - 7099 - 29 905 ≈
A
B
C
D
Slide 10 - Quiz
10. Boer Johannes had 132 kilogram aardappelen geoogst. Hoeveel kilogram aardappelen moest hij aan de koning geven?
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
11. Bram gaat met de bus vanaf Rotterdam Centraal naar Diergaarde Blijdorp. Het is 11.01 uur. Hij neemt de eerst mogelijke bus. Hoe laat is hij bij de halte van Diergaarde Blijdorp?
A
B
C
D
Slide 12 - Quiz
12. 20 kinderen gaan met de club naar een trampolinehal. Dit kost in totaal €279,40. Ongeveer hoeveel euro betaalt de club per kind?
A
B
C
D
Slide 13 - Quiz
13. Op dit terras komen tegels van 50 bij 50 cm. Hoeveel tegels passen in totaal op dit terras?
A
B
C
D
Slide 14 - Quiz
14. Ongeveer hoeveel is 15% van 398?
A
B
C
D
Slide 15 - Quiz
15. Hoeveel water blijft van de 3/5 liter over?
A
B
C
D
Slide 16 - Quiz
16. Gemiddeld eet een Nederlander per jaar 2 kg drop. Hoeveel kilogram daarvan is honingdrop?
A
B
C
D
Slide 17 - Quiz
17. Bij de atletiekwedstrijd liep Joëlle 1500 meter in 5 minuten. Wat was haar gemiddelde snelheid in km per uur?
A
B
C
D
Slide 18 - Quiz
18.
765 : 30 =
A
B
C
D
Slide 19 - Quiz
19. Bram koopt deze slaapzak en geeft een briefje van €50. Hij wil een briefje van €5 terug. Hoeveel euro moet hij er dan nog bij geven?
A
B
C
D
Slide 20 - Quiz
20. 4 op de 20 leerkrachten op De Bovenschool zijn mannen. Hoe kun je dit ook zeggen?