Pallas les 13 de Aci en de tijden kort

2. Opfrissen en inoefenen AcI en tijdsgebruik
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2. Opfrissen en inoefenen AcI en tijdsgebruik

Slide 1 - Slide

Wat weet je al over het vertalen van een AcI? Gebruik steekwoorden.

Slide 2 - Open question

Het Nederlands
In het Nederlands komt de Accusativus cum infinitivo, oftewel Aci, voor alleen niet zo vaak. Wij gebruiken liever een "dat-(bij)zin". De betekenis van de onderstaande zinnen is hetzelfde.

Ik zie hem op het schoolplein staan. = Ik zie dat hij op het schoolplein staat.


Slide 3 - Slide

Het Grieks: wanneer een Aci?
In het Latijn en Grieks wordt de Aci-constructie vaak gebruikt. Je kunt een Aci verwachten achter werkwoorden met de volgende betekenissen:
a. "zeggen, mededelen" (spreken, uiten), bv. λέγω, γράφω;
b. "zien, menen, weten, hopen" (waarnemen, denken), bv. ἀκούω;
c. na onpersoonlijke uitdrukkingen, bijv. δεῖ, χρῆ.

Slide 4 - Slide

De AcI
De AcI is in het Grieks een constructie die we met een bijzin naar het Nederlands vertalen.

Je vertaalt de AcI alsof het een bijzin is die met  ὅτι (dat) begint.

Slide 5 - Slide

Vertaling van een AcI in een zin
stap 1:  
- Lees de Griekse zin en zoek eerst de PV. 
- Vertaal de  PV in de juiste tijd (let dus op of er een augment is).
- Zet achter de PV  'dat'. 







Slide 6 - Slide

Vertaling van een AcI in een zin
stap 2:  Zoek  de AcI 
stap 3: Maak van de Accusativus het onderwerp van de 'dat'-zin
stap 4: Maak van de Infinitivus de pv van de 'dat'-zin
Zorg dat de persoonsvorm hetzelfde getal  (Ev of Mv) heeft als het onderwerp (Ev of Mv),
stap 5: Vertaal nu de rest van de zin , zodat het een logische geheel wordt




Slide 7 - Slide

λεγω τον ἀδελφὸν πιστόν εἶναι



stap 1: pv zoeken en tijd bepalen/ vertalen; 'dat' erachter  zetten.
stap 2: AcI  vinden. 
Stap 3: de A als  onderwerp van de 'dat' zin vertalen.
stap 4: de I als pv van de 'dat' zin vertalen.
stap 5: de rest van de zin zo vertalen dat het een logisch geheel wordt.

Slide 8 - Slide

λεγω τον ἀδελφὸν πιστόν εἶναι



stap 1: pv zoeken en tijd bepalen/ vertalen. 'dat' erachter zetten.
λεγω=  tegenwoordige  tijd= ik zeg dat
stap 2: Aci vinden. 
τον ἀδελφὸν εἶναι
stap 3: de A als onderwerp van de 'dat' zin vertalen.
τον ἀδελφὸν wordt onderwerp: ik zeg dat de broer
stap 4: de I als pv van de 'dat' zin vertalen.
εἶναι (inf praesens) wordt pv en is gelijktijdig met de pv van de hoofdzin: ik zeg dat de broer is
stap 5: Vertaal nu de rest van de zin , zodat het een logisch geheel wordt.
πιστόν = betrouwbaar: ik zeg dat de broer betrouwbaar is.

Slide 9 - Slide

ἔλεγον τον ἀδελφὸν πιστόν εἶναι



stap 1: pv zoeken en tijd bepalen/ vertalen. 'dat' erachter zetten.
stap 2: AcI vinden.
Stap 3: de A als onderwerp van de 'dat' zin vertalen.
stap 4: de I als pv van de 'dat' zin vertalen.
stap 5: de rest van de zin zo vertalen dat het een logisch geheel wordt.

Slide 10 - Slide

ἔλεγον τον ἀδελφὸν πιστόν εἶναι 
stap 1: pv zoeken en tijd bepalen/ vertalen. 'dat' erachter zetten.
ἔλεγον= verleden tijd= ik zei dat
stap 2: Aci vinden.
τον ἀδελφὸν εἶναι
stap 3: de A als onderwerp van de 'dat' zin vertalen.
τον ἀδελφὸν wordt onderwerp: ik zei dat de broer
stap 4: de I als pv van de 'dat' zin vertalen.
εἶναι (inf praesens) wordt pv en is gelijktijdig met de pv van de hoofdzin: ik zei dat de broer was
stap 5: Vertaal nu de rest van de zin , zodat het  een logisch geheel wordt.
πιστόν = betrouwbaar: ik zei dat de broer betrouwbaar was



Slide 11 - Slide

Aci met inf. praesens

Λέγει τὸ τέκνον πίπτειν.
= Hij zegt dat het kind valt.

Ἔλεγε τὸ τέκνον πίπτειν.
= Hij zei dat het kind viel.

Slide 12 - Slide

Aci met inf. aoristus

Ὅρᾳ τὸ τέκνον πεσεῖν.
= Hij ziet dat het kind gevallen is.

Εἴδε τὸ τέκνον πεσεῖν πίπτειν.
= Hij zag dat het kind gevallen was.

Slide 13 - Slide

Ἀκούω τον ἄγγελον ἔλθειν.
A
Ik hoorde dat de bode kwam
B
Ik hoorde dat de bode was gekomen
C
Ik hoor dat de bode komt
D
Ik hoor dat de bode is gekomen

Slide 14 - Quiz

Ἤκουσα τον ἄγγελον ἔλθειν.
A
Ik hoorde dat de bode kwam
B
Ik hoorde dat de bode was gekomen
C
Ik hoor dat de bode komt
D
Ik hoor dat de bode kwam

Slide 15 - Quiz

Εἶπες τοὺς πολεμίους τὴν γῆν βλάπτειν.
A
Jij zegt dat de vijanden het land benadelen
B
Jij zei dat de vijanden het land benadelen
C
Jij zei dat de vijanden het land benadeelden
D
Jij zegt dat de vijanden het land benadeelden

Slide 16 - Quiz

Εἶπες τοὺς πολεμίους τὴν γῆν βλάψαι.
A
Jij zegt dat de vijanden het land benadelen
B
Jij zegt dat de vijanden het land benadeeld hebben
C
Jij zei dat de vijanden het land benadeelden
D
Jij zei dat de vijanden het land benadeeld hadden

Slide 17 - Quiz

Let op! (2)
In een Aci staat een acc. die je onderwerp van de "dat"-zin maakt, dit heet de subjectsaccusativus. Er kan een tweede acc.  in de Aci staan, die lijdend voorwerp binnen de Aci is. Dit noem je de  objectsaccusativus. De acc. die het meest vooraan staan in de Aci is normaalgesproken de subjectsaccusativus.
Λέγεις τοὺς πολεμίους τὴν γῆν βλάπτειν.
Jij zegt dat de vijanden het land benadelen.

Slide 18 - Slide

Wat is de subjectsaccusativus?
Δῆλόν ἐστι σὲ τὰς νήσους μάλα φιλεῖν.
A
σέ
B
τὰς νήσους
C
μάλα

Slide 19 - Quiz

Wat is de objectsaccusativus?
Δῆλόν ἐστι σὲ τὰς νήσους μάλα φιλεῖν.
A
σέ
B
τὰς νήσους
C
μάλα
D
Er is geen objectsaccusativus.

Slide 20 - Quiz