Periode 7 signaleren en observeren

1 / 46
next
Slide 1: Slide
ObserverenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kwalitatief of Kwantitatief
Ezelsbruggetje...
t=tellen 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kwalitatief
kwalitatieve observatie = precies beschrijven wat iemand doet

Bijvoorbeeld: J. pakt een schep. J loopt naar de zandbak. J doet zand in de emmer.  Let op: het moet objectief zijn.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Kwantitatief
kwantitatieve observatie = noteren hoe vaak iemand bepaald gedrag laat zien

Bijvoorbeeld: J kijkt 10 keer naar buiten tijdens de rekenles

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Kwantitatief
Voordeel: het gaat sneller

Nadeel: naast wat je telt, heb je geen andere informatie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

50 seconden laten observeren. De helft doet een kwalitatieve observatie, de andere helft een kwantitatieve observatie.
 Kort bespreken (volgende 2 dia's) Daarna het filmpje afkijken.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Blz. 195
Bekijk de foto onderaan deze bladzijde even vluchtig.

Wat zie jij?


Slide 20 - Slide

Beschrijven we wat we letterlijk zien of vullen we in?

Beschrijven wat je letterlijk ziet is lastig, waarom?


Hoe kun je deze theorie gebruiken bij de IBO?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Vragen?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Hulpmiddelen:
Pen, potlood, papier, stopwatch, observatieformulieren, camera, geluidsrecorder
 
Observatieformulier:
 Voordeel: vooraf gemaakt zodat je alleen maar streepjes of kruisjes hoeft te zetten
 Nadeel: hierdoor kan je bepaalde waarnemingen uitsluiten
 Filmopname:
 Voordeel: je kan het meerdere keren bekijken
Nadeel: je bent druk met de filmopname en niet met de observatie op dat moment, je hebt niet de gehele omgeving in beeld.
 Let op: PRIVACY!


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Hulpmiddelen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Observatie uitvoeren
Observatie uitvoeren
Gegevens ordenen
Geef antwoord op de vraagstelling
Rapporteer

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Soorten observatie
1. Kwalitatief OF Kwantitatief
2. Continu OF interval
3. Participerend OF niet participerend

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Kwalitatief en Kwantitatief
Bij een kwalitatieve observatie beschrijf je precies wat iemand doet

Bij een kwantitatieve observatie beschrijf je hoe vaak iemand bepaald gedrag laat zien  



Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Kwalitatief of Kwantitatief?

Je werkt bij een dagactiviteitencentrum voor demente ouderen. Het valt jou op dat meneer Bennink 4 keer in een uur tijd naar de wc moet.
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Kwalitatief of Kwantitatief?

Je werkt in het speciaal onderwijs. Een ouder vraagt jou of Tim contact heeft met andere leerlingen. Ze heeft het gevoel dat Tim eenzaam is. Je gaat observeren wat Tim allemaal doet tijdens het buiten spelen.
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Kwalitatieve observatie

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

continu of interval

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Continu of Interval
Een continue observatie doe je wanneer je iemand of een situatie continu observeert. Je probeert hierbij zoveel mogelijk te zien en te horen. 

Een intervalobservatie observeer je hetzelfde op verschillende momenten, er is dus een interval tussen de observaties.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Je wilt een kind observeren, omdat je de indruk hebt dat hij eenzaam is. Je wilt in verschillende situaties kijken op welke wijze hij contact makt met andere kinderen. Welke observatie is het meest geschikt?
A
continu
B
interval

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Participerend en niet-participerend
Wanneer je zelf deelneemt aan de situatie waarin je observeert heet dat een participerende manier van observeren.

Wanneer je van een afstand, en niet deel uitmaakt van de situatie, observeert heet dit een niet-participerende manier van observeren.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions



Participerend

Slide 41 - Slide

This item has no instructions


Niet participerend

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Bij een .... observatie doe je mee aan de activiteit terwijl je aan het observeren bent
A
participerende
B
niet-participerende

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Als je een kind meerdere keren wilt observeren in verschillende situaties, kies je voor:
A
continu observatie
B
interval observatie

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

bij deze observatie ben je aan het tellen hoe vaak je bepaald gedrag ziet
A
kwalitatief
B
kwantitatief

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Afsluiten:
- was deze herhaling voldoende?
-liggen er toch nog vragen?


Volgende week herhaling draaiboek / of extra uitleg bij jullie vragen.

Slide 46 - Slide

This item has no instructions