H5 woordenschat woorddelen deel 2

Nederlands

Nederlands
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Slide

bekend woorddeel herkennen bij:

- samengestelde woorden

- woorden met voorvoegsels
- woorden met achtervoegsels

Slide 2 - Slide

6. Samengestelde woorden

Samenstelling zijn twee woorden die SAMEN één woord worden



vb. bureau + tafel = bureautafel

boeken + plank = boekenplank

Slide 3 - Slide

WOORDENSCHAT

een bekend woorddeel


Een woord kan bestaan uit meer delen.

Bijvoorbeeld: 
huisdier = huis + dier

Slide 4 - Slide

voorvoegsel
- een stukje voor het woord

Bijvoorbeeld: 
on (=voorvoegsel) + rustig = onrustig

Slide 5 - Slide

WOORDENSCHAT

een bekend woorddeel


Er zijn woorden met een stukje ervóór, 
dat is een voorvoegsel.


Dus:
onaardig betekent niet aardig
Bijvoorbeeld: het stukje on- betekent niet.

Slide 6 - Slide

onbegrip
A
niet
B
zonder

Slide 7 - Quiz

onbelangrijk
A
niet
B
zonder

Slide 8 - Quiz

ongezond
A
niet
B
zonder

Slide 9 - Quiz

onvolledig
A
niet
B
zonder

Slide 10 - Quiz

Achtervoegsel
Een achtervoegsel is een woorddeel dat je achter een woord plakt om de betekenis (of de functie) van dat woord te veranderen.

Een achtervoegsel komt niet als afzondelijk woord voor.

Slide 11 - Slide

achtervoegsel
Een achtervoegsel bestaat niet als los woordje. Het kan soms wel een betekenins hebben.

-loos = zonder
- vol = heel veel

Slide 12 - Slide

Talentloos
A
zonder
B
heel veel

Slide 13 - Quiz

Met veel risico
A
risicoloos
B
risicovol

Slide 14 - Quiz

Zonder gevoel
A
emotievol
B
emotieloos

Slide 15 - Quiz