werkwoordelijk gezegde

werkwoordelijk gezegde
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Slide

- Je leert vandaag een werkwoordelijk gezegde met 'te' en 'aan het'
te herkennen;
 - Je leert vandaag
werkwoordelijke uitdrukkingen herkennen.

Slide 2 - Slide

Over het werkwoordelijk gezegde hebben we tot nu toe geleerd dat het bestaat uit alle werkwoorden in een (enkelvoudige) zin.

Slide 3 - Slide

Over het werkwoordelijk gezegde hebben we tot nu toe geleerd dat het bestaat uit alle werkwoorden in een (enkelvoudige) zin.
1. Soms is het alleen de pv.
Hij gaat op de fiets naar school.
2. Soms zijn er meer werkwoorden.
Hij zou wel willen lopen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Let op!
Sommige werkwoorden zijn scheidbare werkwoorden. 
Het losgemaakte deel hoort bij het werkwoordelijk gezegde.

Ik zoek de spullen wel op.
Het werkwoord is opzoeken.
wwg. zoek op

Slide 6 - Slide

Let op!
De woorden te en aan het horen bij het werkwoordelijk gezegde als ze voor een werkwoord staan.


Hij is aan het lopen.
wwg: is aan het lopen
Hij zit aan het bureau.
wwg: zit
Nora beloofde Hakim te bellen.
wwg: beloofde te bellen
De dief rende te snel voor de politie.
wwg: rende

Slide 7 - Slide

Let op!
- Het werkwoordelijk gezegde kan ook uit een werkwoordelijke uitdrukking bestaan. (wwu)
- Een werkwoordelijke uitdrukking heeft een werkwoord en een paar andere woorden.
- De wwu wordt figuurlijk gebruikt en kun je vaak vervangen door een werkwoord dat hetzelfde betekent.

Slide 8 - Slide

Let op!
- Het werkwoordelijk gezegde kan ook uit een werkwoordelijke uitdrukking bestaan. (wwu)
Hij stelde haar van het nieuws op de hoogte.
stelde op de hoogte = wwu (=inlichten)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

- Na de uitleg deel ik de les met de klas.
- Als je inlogt in de app met de klascode
kxqxp  krijg je automatisch de link.
- Je kunt dan een filmpje kijken met een trucje en je kunt ervoor kiezen om extra te oefenen met de links die in de les staan. 
- Je maakt in ieder geval de taken die klaar staan bij de digitale leermiddelen.

Slide 12 - Slide