Leider: De leider zorgt dat iedereen meedoet en dat de groep het doel haalt. Hij of zij zegt vaak wat er moet gebeuren.
Doener: Pakt meteen taken op en maakt het werk af.
Denker: Denkt goed na over de beste oplossing of idee.
Volger: Kijkt wat anderen doen en/of doet wat de leider hem vertelt.