3.4 Naar minder co2-uitstoot

3.4 C02 uitstoot in Nederland
Paragraaf 3.4 Naar minder CO2-uitstoot in Nederland



1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3.4 C02 uitstoot in Nederland
Paragraaf 3.4 Naar minder CO2-uitstoot in Nederland



Slide 1 - Slide

Les planning 
Start + lesdoelen
Herhaling vorige paragraaf
Uitleg 3.4
Zelf aan de slag

Slide 2 - Slide

Herhaling 3.3

Slide 3 - Slide

1.Wat is geen duurzame energiebron?
A
kernenergie
B
windenergie
C
biomassa
D
waterkracht

Slide 4 - Quiz

2. Waarom is biomassa volgens sommige mensen geen duurzame energiebron?
A
Het kan opraken
B
bossen worden ervoor gekapt
C
bij de verbranding komt CO2 vrij
D
de productie gaat ten koste van voedselgewassen

Slide 5 - Quiz

3. Wat is een manier om klimaatverandering tegen te gaan?
A
CO2 uitstoot verminderen
B
bevolkingsgroei tegengaan
C
CO2 opslag in de grond
D
Alle drie zijn goed

Slide 6 - Quiz

4. Wat zijn twee nadelen van duurzame energie?

A
kost veel geld
B
neemt veel ruimte in beslag
C
is schadelijk voor het milieu
D
raakt snel op

Slide 7 - Quiz

3.4 Minder C02 uitstoot in Nederland

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
* Je kent het bestaan van de Klimaatwet en je weet waarom Europees gezien Nederland lang een grote Co2-uitstoot/pp heeft gekend
* Je begrijpt waarom er door de energietransitie en klimaatadaptatie ruimtelijke conflicten kunnen ontstaan en waarom mede-eigenaarschap van omwonenden bij de keuze van de locatie van duurzame energiebronnen van belang is
* Je kunt op een kaart aangeven welke soorten duurzame energielocaties in bepaalde gebieden meer of minder geschikt zijn

Slide 9 - Slide

In hoeverre vinden jullie dat Nederland "duurzaam" bezig is?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Uitstoters
In Nederland is er een aantal grote uitstoters:
1. Intensieve veehouderij
2. Energiecentrales
3. Glastuinbouw
4. Chemische industrie



Slide 13 - Slide

CO2 beleid Nederland
Ingedeeld in vier categorieën:
1. Kracht en licht (oplossing: elektriciteitsnetwerk aanpassen)
2. Hoge temperatuurwarmte: energie-intensieve industrie (oplossing: opslaan CO2)
3. Lage temperatuurwarmte: verwarming van gebouwen (oplossing: isoleren)
4. Vervoer (oplossing: stadsbussen op waterstof)



Slide 14 - Slide

Nadelen van duurzame energie
- hoge kosten
- nemen veel ruimte in, gevolgen inrichting landschap.
- horizonvervuiling. --> veel weerstand door omwonenden
- betrouwbaarheid --> niet altijd levering van energie door zon of wind.
Daarnaast zijn dus andere vormen van (duurzame) energiebronnen nodig.




Slide 15 - Slide

1. Welke van de volgende sectoren zorgt voor de meeste CO2 uitstoot?
A
onderwijs
B
toerisme
C
veehouderij
D
zorg

Slide 16 - Quiz

2. Welk gas stoten koeien uit?
A
CO2
B
methaan
C
koolmono-oxide
D
stikstof

Slide 17 - Quiz

3. Door welke maatregel zal CO2-uitstoot in het verkeer afnemen?

Slide 18 - Open question

4. Wat is zowel een korte termijn als lange termijn nadeel van duurzame energiebronnen?

Slide 19 - Open question

3.4 C02 uitstoot in Nederland
Paragraaf 3.4 Naar minder CO2-uitstoot in Nederland



Slide 20 - Slide

Les planning 
Inplannen proefwerk
Lesdoelen
Herhaling vorige les
Opdracht voor thuis
Maken opdrachten werkboek

Slide 21 - Slide

Inplannen proefwerk
In week 4
(22-28 januari)
Les 1 --> 25 januari

Slide 22 - Slide

Leerdoelen
* Je kent het bestaan van de Klimaatwet en je weet waarom Europees gezien Nederland lang een grote Co2-uitstoot/pp heeft gekend
* Je begrijpt waarom er door de energietransitie en klimaatadaptatie ruimtelijke conflicten kunnen ontstaan en waarom mede-eigenaarschap van omwonenden bij de keuze van de locatie van duurzame energiebronnen van belang is
* Je kunt op een kaart aangeven welke soorten duurzame energielocaties in bepaalde gebieden meer of minder geschikt zijn

Slide 23 - Slide

Het CO2-beleid van Nederland
4 categorieën:

1. Kracht en licht: Minder co2 uitstoten tijdens het opwekken van elektriciteit en het aanpassen van het energie netwerk.

Bijv. zonnepanelen (stroom daarvan terug kunnen leveren), ledverlichting, zonneboiler (niet zo hip)


Slide 24 - Slide

Het CO2-beleid van Nederland
2. Hoge temperatuurwarmte: Weinig/geen co2 uitstoten bij de energie intensieve industrie. Op die manier kunnen we energie-intensieve industrie blijven exporteren.

Bijv.  afvangen van co2 om daarna op te slaan in oude aardgasvelden, geo-thermische energie/aardwarmte

Slide 25 - Slide

Het CO2-beleid van Nederland
3. Lage temperatuurwarmte (ruimteverwarming en tapwater): Energie besparen in gebouwen door aardgasverbruik te verminderen.

Bijv. cv-ketel op gas vervangen door een aardwarmtepomp, gebouwen isoleren; tochtstrips, verwarmingsfolie, vloerverwarming, dubbel of trippelglas. 

Slide 26 - Slide

Het CO2-beleid van Nederland
4. Vervoer: transport draait op fossiele brandstof. We moeten meer brandstof besparen, duurzame biobrandstoffen inzetten en voertuigen gebruiken die geen CO2 uitstoten. 

Bijv. elektrische auto's/scooters, rijden op bio-ethanol (biobrandstof). 

Slide 27 - Slide

Beoordeel onderstaande stellingen.
I In Nederland hebben we het energieverbruik ingedeeld in vijf functionaliteiten.
II De functionaliteit is het doel waarvoor de energie verbruikt wordt.


A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 28 - Quiz

Functionaliteiten in klimaatakkoord
Verschillende energiebehoefte vragen om verschillende oplossingen
hoge temperatuurs- warmte
lage temperatuurs- warmte
kracht en licht
vervoer
In Rotterdam en Helmond rijden al stadsbussen op waterstof.
In plaats van een cv-ketel op gas wordt een pomp geïnstalleerd om aardwarmte binnen te halen
en oplossing kan de opvang en opslag van CO2 in oude aardgasvelden zijn
Het aanpassen van het netwerk, zodat tweerichtingsverkeer mogelijk wordt

Slide 29 - Drag question

Huiswerkopdracht
Maak 3 foto's: Hoe besparen jullie thuis?
1. Besparen op energie
2. Besparen op voedsel
3. Besparen op water

Zet ze in Word en zet er een korte beschrijving bij
Inleveren op its --> uiterlijk 17 januari



Slide 30 - Slide

Aan de slag!
Maak 3.4 in je werkboek




Slide 31 - Slide