- Je kunt vertellen hoe aan het begin van de tijd van burgers en stoommachines de productie verliep.
- Je kunt uitleggen hoe en waardoor de productie toenam.
- Je kunt 4 oude energiebronnen te noemen.
- Je kunt het verschil benoemen tussen oude en nieuwe energiebronnen.
- Je kunt beschrijven hoe de industrialisatie in Nederland verliep.
- Je weet wat door de industrialisatie veranderde in de verhouding tussen werkgevers en werknemers.