3 vmbo-b 4.3 Stevigheid en beweging: beenverbindingen

Thema 4 Stevigheid en beweging
4.3 Beenverbindingen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 4 Stevigheid en beweging
4.3 Beenverbindingen

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen 4.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 4.3 Beenverbindingen
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Slide

Lijmstof zorgt ervoor dat een bot buigzaam is en kalkstof zorgt ervoor dat een bot hard is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

De botten van baby's bevatten veel...
A
kalkstof
B
lijmstof

Slide 4 - Quiz

De botten van bejaarden bevatten veel...
A
kalkstof
B
lijmstof

Slide 5 - Quiz

Vul in:
Botweefsel bevat meer .................
dan kraakbeenweefsel.
A
kalkstof
B
lijmstof

Slide 6 - Quiz

Welke stof zorgt voor de soepelheid/beweegbaarheid van de botten?
A
Kalkstof
B
Lijmstof

Slide 7 - Quiz

kraakbeen of bot?
A
bot
B
kraakbeen

Slide 8 - Quiz

Zit er in je oor veel kraakbeen?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je 4 beenverbindingen onderscheiden
- kan je delen van een gewricht benoemen met hun functies
- ken je 2 typen gewrichten en hun functies

Slide 10 - Slide

Inleiding
Botten zijn nodig om te bewegen.
Maar je botten moeten je ook beschermen.
Botten kunnen op verschillende manieren aan elkaar verbonden zijn.

Slide 11 - Slide

6.3 Beenverbindingen
In je lichaam zijn de meeste botten met elkaar verbonden.

Er zijn 4 manieren waarop botten met elkaar verbonden zijn:
- vergroeid
- naad
- kraakbeen
- gewricht

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Het heiligbeen en het staartbeen bestaat uit wervels.
Deze wervels zijn met elkaar vergroeid.
Daardoor lijkt het 1 bot te zijn.

Botten die met elkaar vergroeid zijn, kunnen niet bewegen.

Slide 14 - Slide

Bovenop een schedel zie je naden.
De schedelbeenderen kun je niet bewegen.
Daardoor ontstaat een stevige schedel.

Slide 15 - Slide

Tussen het borstbeen en de ribben zit kraakbeen.
Ook tussen de wervels zit kraakbeen.

Daardoor kunnen de wervels een beetje bewegen.

Slide 16 - Slide

Botten die met een gewricht aan elkaar zitten, kunnen goed bewegen.

Er zitten veel gewrichten in je lichaam.

Slide 17 - Slide

4.3 Beenverbindingen
De meeste gewrichten zien er ongeveer hetzelfde uit.

We gaan nu kijken naar de bouw van een gewricht.

Slide 18 - Slide

Een gewricht bestaat meestal uit 2 botten.
Aan het ene bot zit een gewrichtskogel.
Aan het andere bot zit een gewrichtskom.
De gewrichtskogel kan in de gewrichtskom bewegen.

Slide 19 - Slide

Op de gewrichtskogel en de gewrichtskom zit een laagje kraakbeen.

Door het kraakbeenlaagje kunnen de botten soepel bewegen.
De botten slijten ook minder snel door het kraakbeenlaagje.

Slide 20 - Slide

Om het gewricht heen zit het gewrichtskapsel.

Het gewrichtskapsel zorgt ervoor dat de botten op hun plaats blijven.

Slide 21 - Slide

In het gewricht zit gewrichtssmeer.
Gewrichtssmeer zorgt ervoor dat het gewricht soepel beweegt.

Het werkt als een soort smeervet.
Gewrichtssmeer wordt gemaakt door het gewrichtskapsel.

Slide 22 - Slide

Om sommige gewrichten zitten stevige kapselbanden.

De kapselbanden helpen mee om de botten van het gewricht op hun plaats te houden.

Slide 23 - Slide

4.3 Beenverbindingen
Je lichaam heeft 2 soorten gewrichten:
- kogelgewrichten
- scharniergewrichten

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Bij een kogelgewricht zijn bewegingen in verschillende richtingen mogelijk.

voorbeeld: schoudergewricht en het heupgewricht

Slide 26 - Slide

Bij een scharniergewricht kan je alleen een beweging heen en weer maken. (als de scharnier van een deur).

voorbeeld: de gewrichten tussen je vingerkootjes, knie en elleboog

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

VRAGEN??

Slide 29 - Slide

zelf aan de slag
4.3 Beenverbindingen: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1 t/m 6 maken
(vanaf blz. 29)

Slide 30 - Slide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je 4 beenverbindingen onderscheiden
- kan je delen van een gewricht benoemen met hun functies
- ken je 2 typen gewrichten en hun functies

Slide 31 - Slide