H4 Herhaling Memo

Herhaling H4
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling H4

Slide 1 - Slide


De Koude Oorlog



Conflict tussen Verenigde Staten en Sovjet-Unie tussen 1945-1991

Slide 2 - Slide

Verenigde Staten

  • Democratie

  • Kapitalisme

  • Vrijheid

  • Grote verschillen (arm/rijk, blank/zwart)

Slide 3 - Slide

Sovjet-Unie

  • Dictatuur

  • Communisme

  • Onderdrukking

  • Gelijkheid, soms dan...

Slide 4 - Slide

Kenmerken van de Koude Oorlog (1)
  • Koude/kille relatie tussen beide landen

  • Geen echte oorlog tussen beide landen

  • Wel oorlog tussen sommige van hun bondgenoten

  • Grote spanningen en angst in de wereld

Slide 5 - Slide

Kenmerken van de Koude Oorlog (2)
  • Beide landen hebben veel kernwapens

  • Er ontstaat een wapenwedloop

  • Beide landen geloven in hun eigen (economische) systeem


  • Beide landen willen hun eigen systeem in de wereld verspreiden

Slide 6 - Slide

Invloedssferen
Gebied dat geallieerden of Russen veroverd hebben op de Duitsers, zij willen in die gebieden invloed hebben

  • De SU bepaalt wat in haar gebied gebeurt (economie, politiek)

  • let op: Men mag niet ingrijpen in invloedssfeer van " de ander", ook al zie je er van alles gebeuren waarmee je het niet eens bent.

Slide 7 - Slide

Verdeling van Duitsland
1945-1949
  • Duitsland (tijdelijk) niet meer zelfstandig (onder curatele)
  • Vier bezettingszones onder leiding van: Frankrijk, Engeland, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten
  • Ook Berlijn wordt in 4 zones verdeeld
  • Reizen tussen bezettingszones is NU NOG geen probleem
  • Vergeet  niet!! Berlijn ligt in de bezettingszone van de Sovjet-Unie
Berlijn is, net als Duitsland, verdeeld in 4 bezettingszones. Omdat Berlijn in de Sovjet-zone ligt, liggen de Berlijn-bezettingszones van Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten dus ook in de Sovjet-zone.

Slide 8 - Slide


Koreaanse Oorlog
juni 1950 - juli 1953

Slide 9 - Slide

Oorzaken
  • Korea was sinds 1910 bezet door Japan
  • Na de Tweede Wereldoorlog werd het land gesplitst in: 
  • Noord-Korea: communistisch, gesteund door de Sovjet-Unie
  • Zuid-Korea: kapitalistisch, gesteund door de Verenigde Staten

  • Verdeling ligt op de 38e breedtegraad

Slide 10 - Slide

Gevolgen aanval Noord-Korea op Zuid-Korea (1)
  • Verenigde Staten zien hierin een grote communistische dreiging
  • Verenigde Naties sturen een troepenmacht (onder leiding van de VS). De Sovjet-Unie boycot de VN en is afwezig bij de stemming
  • China raakt in oktober 1950 kort bij de oorlog betrokken.
  • Er zijn voorstanders in de VS voor het gebruik van 26(!) atoombommen (op Noord-Korea, China en de SU

Slide 11 - Slide

Gevolgen aanval Noord-Korea op Zuid-Korea (2)
  • De Koreaanse Oorlog wordt ook wel gezien als de enige 'hete' oorlog van de Koude Oorlog
  • Bij de wapenstilstand in juli 1953 liggen de grenzen nog hetzelfde als aan het begin van de oorlog: 38e breedtegraad

  • Vergeet niet: offcieel is er nog steeds geen vrede tussen Noord-Korea en Zuid-Korea.

Slide 12 - Slide


Stalin sterft
5 maart 1953

  • Er is geen directe opvolger
  • Na een machtsstrijd wordt Chroesjtsjov de nieuwe leider (1956)
  • Hij wil afrekenen met de terreur van Stalin: destalinisatie





destalinisatie: na de dood van Stalin wordt afstand genomen van de dictator Stalin en zijn gruweldaden.
Voor sommige Oostbloklanden is dat het sein om te denken dat er misschien meer vrijheid in hun land wordt toegestaan door de SU. Zo komen in Hogarije de mensen in opstand in 1956. Helaas is Chroesjtsjov niet veel beter dan Stalin want ook hij wil dat elk Oostblokland aan het handje van de SU blijft lopen. Hij slaat de opstand dan ook bloedig neer.

Slide 13 - Slide


De Hongaarse Opstand
1956

  • Sommige landen in het Oostblok dachten dat ze hierdoor meer vrijheid hadden, bijvoorbeeld Hongarije. 
  • Dit bleek niet waar: de Hongaarse opstand (1956) werd keihard door de Sovjet-Unie neergeslagen.

Slide 14 - Slide

Waarom een muur?
  •  Veel inwoners van Oost-Duitsland naar het westen.
  • het westen is vrij (politiek) en welvarend
  • De grens (IJzeren Gordijn) tussen Oost- en West-Duitsland is dicht

  • De grens tussen Oost- en West-Berlijn is wél open, dus veel Oost-duitsers maken daar gebruik van.

Slide 15 - Slide

Waarom een muur?
  • Vooral mensen met een hogere opleiding vluchten naar het westen
  • De Oost-Duitse regering ziet dit als een grote bedreiging voor de toekomst van hun land: Berlijn moet dicht
  • de dreiging komt van binnenuit volgens de DDR
  • de DDR wil zijn mensen BINNEN  houden

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
  • Noord-Vietnam was communistisch

  • Zuid-Vietnam was kapitalistisch

  • Grens ligt bij de 17e breedtegraad

  • De Verenigde Staten steunen (in het geheim) Zuid-Vietnam

  • Dominotheorie

Slide 18 - Slide

Dominotheorie

Slide 19 - Slide

Amerikaanse steun aan Zuid-Vietnam
Doel: voorkomen dat Zuid-Vietnam onder de voet wordt gelopen door het communistische Noord-Vietnam

  • Noord-Vietnam steunen communistische aanhangers in Zuid-Vietnam: Vietcong

  • Er ontstaan een burgeroorlog in 1957

  • Amerikanen steunen Zuid-Vietnam, eerst met 'adviseurs' en wapens, daarna met troepen.

  • CIA vermoordt leider van Zuid-Vietnam in 1963 en plaatst een stromanIn november 1963 zijn er al 16.000 Amerikaanse soldaten in Zuid-Vietnam

Slide 20 - Slide

Hoe verliep de oorlog?
Vietnam is een jungle

  • De Amerikanen vochten in een volstrekt onbekend gebied, terwijl de Vietnamezen dit gebied goed kenden

  • Guerilla-oorlogsvoering: geen massale aanvallen, maar kleine, onverwachte aanvallen van de Vietcong



Slide 21 - Slide

Hoe verliep de oorlog?

  • De vijand bevond zich ook tussen de bondgenoten

  • Waar is de vijand?! De Vietcong maakte gebruik van tunnels, ondergrondse bunkers en waren soms vrijwel onzichtbaar

Slide 22 - Slide

Van kwaad tot erger: napalm en Agent Orange
De Verenigde Staten zetten alles in om de oorlog te winnen

Slide 23 - Slide

Steeds meer protesten tegen de oorlog
  • Er reizen veel journalisten mee met de soldaten

  • De oorlog is vanuit de huiskamer te volgen op televisie en in de kranten

  • Niet alleen de Vietnamezen, maar ook de eigen soldaten began vreselijke oorlogsmisdaden

  • De frustraties van de soldaten zijn duidelijk te zien: "Wat doen we daar?!"

Vergeet dit ook niet: de meeste protesten zijn in Amerika zelf, maar ook in Nederland wordt tegen de oorlog geprotesteerd.

Slide 24 - Slide

Afloop van de oorlog
Nixon, vanaf 1969 president, wil de oorlog beëindigen

  • Zo min mogelijk gezichtsverlies voor de Amerikanen: Peace with Honour

  • Vietnamisering: geef de oorlog terug aan de Vietnamezen

  • Terugtrekking van de Amerikaanse troepen

  • Vredesverdrag met Noord-Vietnam/Vietcong in Parijs (1973)




Slide 25 - Slide

Gevolgen van de Vietnamoorlog

  • De Vietnamoorlog had eigenlijk niet zoveel met de Koude Oorlog te maken, meer met Amerika's angst voor het communisme

  • Vergeet dit ook niet: in 1975 valt Noord-Vietnam, Zuid-Vietnam binnen. Het land wordt in 1976 in zijn geheel communistisch

Slide 26 - Slide

Mikhail Gorbatsjov
  • Glasnost: openheid

  • Perestrojka: economische hervormingen

  • Bezuinigen op militaire activiteiten: minder wapens, minder soldaten. 

Slide 27 - Slide

Gevolgen
  • S.U. krijgt een betere relatie met het Westen

  • Eenzijdige ontwapening van de Sovjet-Unie

  • Terugtrekking van de Sovjet-troepen uit Afghanistan

Slide 28 - Slide


Val van de Berlijnse Muur
9 november 1989

Slide 29 - Slide

Duitsland herenigd
3 oktober 1990

Slide 30 - Slide

Einde van de Sovjet-Unie
25 december 1991

Slide 31 - Slide

Samenwerking in Europa
BeNeLux was eerste samenwerkingsverband in Europa (1948)​

VS zetten met Marshallhulp druk op andere landen om samen te werken​
Maar Frankrijk haatte West-Duitsland​ door hun geschiedenis
In 1950 kwam de eerste samenwerking: De Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) met ‘de Europa van zes’ (Ne, Lux, Bel, Fra, Dui, Ita) (geen Engeland)​

EGKS was succes en werd uitgebouwd naar de Europese Economische Gemeenschap (EEG, 1958)​
Er kwamen vrije handel en een gemeenschappelijke markt​
Andere landen (waaronder Engeland in 1973) sloten zich aan door het succes​



​​



Slide 32 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 33 - Slide