Bruikbaarheid van bronnen

Historische Vaardigheden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Historische Vaardigheden

Slide 1 - Slide

Onderzoeksvragen bedenken en gebruiken.
3 soorten onderzoeksvragen:
1. Beschrijvende vraag.
2. Verklarende vraag.
3. Waarderende vraag.

Slide 2 - Slide

Wat is een beschrijvende vraag?

Slide 3 - Mind map

Een beschrijvende vraag is een vraag die uitleg geeft over hoe zaken in het verleden waren.

Slide 4 - Slide

Welke van de vragen hieronder is een beschrijvende vraag?
A
Waarom kwam de industrialisatie in Nederland pas later op gang dan in België.
B
Was het fijn om vroeger in vroeger in een industriestad te leven?
C
Waarom stonden bakkerijen en smidsen aan de rand van de stad?
D
Hoe was het leven in de eerste industriesteden?

Slide 5 - Quiz

Een onderzoeksvraag is vaak te groot om in één keer te kunnen beantwoorden. Daarom verdeel je hem in kleinere stukjes.
Je onderzoeksvraag is dan de 'hoofdvraag', de kleinere stukjes zijn dan deelvragen.

Slide 6 - Slide

Welke van de onderstaande deelvragen passen bij de hoofdvraag: Hoe was het leven in de eerste industriesteden in Nederland?
A
Welke soorten werk deden de mensen?
B
Hoe zagen de woningen eruit?
C
Welke spullen gebruikten de mensen?
D
Waarom dronken de mensen bier in plaats van water?

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Welke deelvraag kun je beantwoorden met de informatie uit de
foto op de vorige dia?
A
Welk werk deden mensen in de Tilburgse fabrieken in de 19e eeuw?
B
Waarom worden Tilburgse fabrieks-arbeiders 'kruikenzeikers' genoemd?
C
Hoe gevaarlijk was het werk in de Tilburgse textielfabrieken.
D
Hoe waren Tilburgse fabrieks-arbeiders in de 19e eeuw gekleed?

Slide 9 - Quiz

Kinderen slapen in een bedstee. Foto van een interieur van een plaggenhut in Drenthe begin 20ste eeuw.

Slide 10 - Slide

Welke deelvraag kun je beantwoorden met de afbeelding uit de vorige dia?
A
Hoe leefden fabrieksarbeiders aan het begin van de 20ste eeuw?
B
Hoe leefden de allerarmsten aan het begin van de 20ste eeuw?
C
Hoe leefden de veenarbeiders in Drenthe aan het begin van de 20ste eeuw.
D
Hoe zagen Nederlandse arbeiderswoningen er aan het begin van de 20ste eeuw uit?

Slide 11 - Quiz

Kun je de twee foto's gebruiken als je de volgende vraag wilt beantwoorden?
Waren arbeiders aan het begin van de 20ste eeuw welvarend?
A
Nee, de foto's laten niets zien van de welvaart van de arbeiders.
B
Nee, de foto's vertellen alleen iets over Tilburg en Drenthe.
C
Ja, want je kunt in de foto's zien hoe arm de arbeiders waren.
D
Ja, want de arbeiders kijken heel erg verdrietig.

Slide 12 - Quiz