Verhaalsommen bakkerij

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 3

Help de bakker in zijn bakkerij!

Maak recepten, verkoop de taarten en bezorg het in de bus.

De bakker maakt een taart.
Hij heeft 4 eieren nodig. Er zitten er al 2 in de kom.
Hoeveel moeten er nog bij?

1. 0
2. 3
3. 4
4. 2

In de taart moeten 10 eetlepels suiker.
De bakker heeft er al 7 gepakt.
Hoeveel eetlepels suiker heeft hij nog nodig?

1. 3
2. 17
3. 2
4. 4

Er staan 12 taarten op de toonbank.
Een mevrouw koopt er 3.
Hoeveel taarten zijn er nog over?

1. 8
2. 9
3. 7
4. 4

Saar koopt 6 stukjes taart.
Koen koopt 3 stukjes taart.
Hoeveel stukjes taart heeft Saar meer?

1. 5
2. 4
3. 3
4. 2

Een appeltaart heeft 13 puntjes.
Een meneer koopt 3 losse puntjes.
Hoeveel puntjes appeltaart zijn er nog over?

1. 4
2. 9
3. 10
4. 3

De bakker gaat de taarten bezorgen.
Hij gaat 8 taarten bezorgen. Er staan er 4 in de bus.
Hoeveel moeten er nog bij?

1. 1
2. 0
3. 2
4. 4

De bakker moet 18 straten rijden tot het eerste adres. Hij heeft al 3 straten gehad.
Hoeveel straten moet hij nog?

1. 11
2. 12
3. 14
4. 15

Er zijn al een paar taarten bezorgd.
Van de 8 taarten heeft hij er al 2 afgeleverd.
Hoeveel taarten moet hij nog bezorgen?

1. 2
2. 6
3. 8
4. 4

De bakker moest, voor het bezorgen, 9 kilometer rijden. Hij heeft al 5 kilometer gereden.
Hoeveel kilometer moet hij nog?

1. 14
2. 4
3. 2
4. 9

Er werken 5 mensen in de bakkerij. Iedereen wil thee. Er staan al 3 kopjes klaar.
Hoeveel kopjes thee moeten er nog bij?

1. 3
2. 2
3. 5
4. 6

Bedankt voor je hulp!

Je bent klaar.