Nederlands Talent lezen

Nederlands Talent lezen
1 / 51
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 51 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands Talent lezen

Slide 1 - Slide

Nederlands!

Slide 2 - Slide

Hoe gaat het met jullie vandaag?
😀 😐 😡

Slide 3 - Slide

Aan het einde van de les
1. weet ik wat karakterontwikkeling is
2. weet ik het verschil tussen een hoofdpersoon en een bijpersoon


Slide 4 - Slide

Talent Lezen:
Bij het onderdeel lezen gaan wij zeer nauwkeurig kijken naar leesteksten. 

We gaan naar leesteksten kijken alsof wij schrijvers zijn. Zo kunnen wij de teksten beter begrijpen

Slide 5 - Slide

woordenlijst
1. het karakter
2. de verandering
3. slenteren
4. het pashokje
5. inspecteren
timer
1:00

Slide 6 - Slide

hoofdpersoon of bijpersoon?
Elk verhaal heeft personen die belangrijker zijn dan andere personen.
De hoofdpersoon is de belangrijkste persoon in het verhaal.
Bijpersonen zijn er om te reageren op de hoofdpersoon in het verhaal. 

Slide 7 - Slide

hoofdpersonen en bijpersonen
Wie van jullie heeft gelezen of gezien?

1. Harry Potter
2. Twilight
3. The Hunger games
4. Game of Thrones

Slide 8 - Slide

karakterontwikkeling
1. Karakterontwikkeling is als de hoofdpersoon anders is geworden aan het einde van het boek. 
2. De hoofdpersoon heeft iets geleerd in het boek. 

Slide 9 - Slide

Opdracht
1. Wat ga je doen: lees tekst 1; Tiffany Dop 
2. hoe ga je dat doen: alleen, in stilte, translate mag voor moeilijke woorden
3. hulp nodig?: steek je hand op
4. hoelang: 20 minuten
klaar: maak opdracht 2 t/m 5

Slide 10 - Slide

Nederlands!

Slide 11 - Slide

Hoe gaat het met jullie vandaag?
😀 😐 😡

Slide 12 - Slide

Aan het einde van de les
1. weet ik wat een alinea is.
2. kan ik een tekst opdelen in alinea's


Slide 13 - Slide

herhaling
titel en inleiding

Slide 14 - Slide

nieuw: alinea's

Slide 15 - Slide

Wat zijn alinea's?
1. Alinea's zorgen ervoor dat een tekst leesbaar is
2.Als een onderwerp is afgelopen start je een nieuwe alinea. 
3. Er zijn minimaal 3 alinea's in een tekst. De inleiding, het middenstuk en het slot. 

Slide 16 - Slide

hoe herken ik een alinea?
1. Een alinea begint op een nieuwe zin. 
2. Soms staat er een witregel tussen alinea's.
3. Soms springt een alinea in. 

Slide 17 - Slide

Nederlands!

Slide 18 - Slide

Hoe gaat het met jullie vandaag?
😀 😐 😡

Slide 19 - Slide

Aan het einde van de les
1. weet ik wat karakterontwikkeling is
2. weet ik het verschil tussen een hoofdpersoon en een bijpersoon


Slide 20 - Slide

woord van de week
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Nederlands!

Slide 22 - Slide

Hoe gaat het met jullie vandaag?
😀 😐 😡

Slide 23 - Slide

Aan het einde van de les
1. weet ik wat een kernzin is
2. weet ik wat het woord van de week is

Slide 24 - Slide

herhaling: alinea's

Slide 25 - Slide

Wat zijn alinea's?
1. Alinea's zorgen ervoor dat een tekst leesbaar is
2.Als een onderwerp is afgelopen start je een nieuwe alinea. 
3. Er zijn minimaal 3 alinea's in een tekst. De inleiding, het middenstuk en het slot. 

Slide 26 - Slide

nieuw: de kernzin

Slide 27 - Slide

De kernzin
De kernzin is de belangrijkste zin in een alinea. Deze zin legt de alinea uit.
timer
10:00

Slide 28 - Slide

Nederlands!

Slide 29 - Slide

Hoe gaat het met jullie vandaag?
😀 😐 😡

Slide 30 - Slide

Aan het einde van de les
1. heb ik herhaald wat een hoofdpersoon en bijpersoon is
2. weet ik wat een hoofdzaak en bijzaak is

Slide 31 - Slide

herhaling

Slide 32 - Slide

hoofdpersoon of bijpersoon?
Elk verhaal heeft personen die belangrijker zijn dan andere personen.
De hoofdpersoon is de belangrijkste persoon in het verhaal.
Bijpersonen zijn er om te reageren op de hoofdpersoon in het verhaal. 

Slide 33 - Slide

hoofdpersonen en bijpersonen
Wie van jullie heeft gelezen of gezien?

1. Harry Potter
2. Twilight
3. The Hunger games
4. Game of Thrones

Slide 34 - Slide

nieuw

Slide 35 - Slide

hoofdzaken en bijzaken

Slide 36 - Slide

Hoofdzaak
Een hoofzaak is belangrijke informatie over het onderwerp van een tekst

Slide 37 - Slide

bijzaak:
Een bijzaak is minder belangrijke informatie in een tekst. Bijzaken maken hoofdzaken in de tekst duidelijker

Slide 38 - Slide

Bijzaken
Voorbeelden van bijzaken:

1. een voorbeeld
3. een herhaling
3. een uitleg

Slide 39 - Slide

Tekst 2
Samen gaan wij tekst 2 lezen. 

Slide 40 - Slide

Nederlands!

Slide 41 - Slide

Hoe gaat het met jullie vandaag?
😀 😐 😡

Slide 42 - Slide

Aan het einde van de les
1. heb ik gelezen
2. heb ik gepraat over hoofdzaken en bijzaken

Slide 43 - Slide

hoofdzaken en bijzaken

Slide 44 - Slide

Hoofdzaak
Een hoofzaak is belangrijke informatie over het onderwerp van een tekst

Slide 45 - Slide

bijzaak:
Een bijzaak is minder belangrijke informatie in een tekst. Bijzaken maken hoofdzaken in de tekst duidelijker

Slide 46 - Slide

Bijzaken
Voorbeelden van bijzaken:

1. een voorbeeld
3. een herhaling
3. een uitleg

Slide 47 - Slide

signaalwoorden
Signaalwoorden zijn woorden die aangeven dat er een bepaalde soort tekst komt. 

bijvoorbeeld:
als eerste..............

Slide 48 - Slide

signaalwoorden tegenstelling
Een tegenstelling is als er iets wordt gezegd dat tegen de vorige zin in gaat. 

Voorbeeld: 
Ik eet gezond, maar ik eet ook snoep.
Ik ben niet lui, maar in het weekend doe ik niets. 
...................

Slide 49 - Slide

Signaalwoorden tegenstelling:
Maar
daarentegen
echter
toch
integendeel

betekenis: maar

Slide 50 - Slide

Tegenstellingen benoemen
Opdracht 16 en opdracht 17 en opdracht 19. 

Slide 51 - Slide