What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Schrijven: Les 3: Zinnen
TRAJECT SCHRIJVEN
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Secundair onderwijs
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
TRAJECT SCHRIJVEN
Slide 1 - Slide
Les 3: Zinnen: zinsbouw en signaalwoorden
Je leert …
- uitleggen wat een goede zin is en de basisstructuur herkennen;
- onderwerp en persoonsvorm in een zin aanduiden;
- enkelvoudige en samengestelde zinnen onderscheiden;
- het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin herkennen;
- uitleggen wat signaalwoorden doen en ze correct gebruiken;
- teksten verbeteren door betere samenhang aan te brengen.
Slide 2 - Slide
Wat is belangrijk bij een goede tekst?
Slide 3 - Mind map
Wat is een goede zin?
helder en logisch opgebouwd
grammaticaal correct
duidelijk in betekenis
Voorbeeld: De student leert voor zijn examen.
Slide 4 - Slide
Wat is een zin?
drukt één duidelijke gedachte uit
begint met een hoofdletter
eindigt met een leesteken
bevat minstens een onderwerp en een persoonsvorm.
Slide 5 - Slide
Leg uit waarom een alinea meer is dan een “witregel”.
Slide 6 - Open question
SPEELT
IN DE TUIN
DE STUDENT
STUDEERT
VOOR HET EXAMEN
ONDERWERP
PERSOONSVORM
DE HOND
Slide 7 - Drag question
De basisstructuur van een hoofdzin
De standaardvolgorde:
Onderwerp – persoonsvorm – rest van de zin
Voorbeeld: De leerling – maakt – zijn huiswerk.
Let op: onderwerp en persoonsvorm moeten overeenstemmen (congruentie).
Slide 8 - Slide
Enkelvoudige of samengestelde zin
Enkelvoudige zin: één persoonsvorm
Samengestelde zin: meerdere persoonsvormen
- Hoofdzin: onderwerp en pv staan naast elkaar
- Bijzin: er zit een zinsdeel tussen onderwerp en pv
Slide 9 - Slide
Welk zinsdeel is de PV in onderstaande zin?
"Ik eet graag pizza"
A
Ik
B
eet
C
graag
D
pizza
Slide 10 - Quiz
Hoeveel PV's staan er in een enkelvoudige zin?
A
geen
B
meer dan 2
C
1
D
minstens 2
Slide 11 - Quiz
Is deze zin een enkelvoudige of samengestelde zin?
"In de vakantie reis ik naar Spanje en ga ik op kamp met de jeugdbeweging."
A
Samengestelde zin
B
Enkelvoudige zin
Slide 12 - Quiz
Enkelvoudige of samengestelde zinnen.
Enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Morgen leveren ze mijn nieuwe laptop en kan ik beginnen met gamen.
Ik wil vandaag iets lekkers eten.
Wij fietsen naar huis en eten spaghetti.
De leerkracht Frans vind ik leuk, maar de leerkracht Nederlands vind ik leuker.
Wij gaan met de hele klas een frietje eten.
Mijn favoriete voetbalploeg heeft gewonnen.
Slide 13 - Drag question
Bookwidgets maken in de cursus.
Slide 14 - Slide
More lessons like this
T2L3: Talentvolle Tiny (persoonsvorm)
October 2025
-
7 slides
Nederlands
Lager onderwijs
T2L9: Supertalenten
28 days ago
-
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Creatief Schrijven: Helden en schurken
February 2023
-
7 slides
Nederlands
Lager onderwijs
T6L7: Restaurantrecensies
March 2025
-
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Les 2 VRT Sociale media
March 2023
-
70 slides
Mediawijsheid
Secundair onderwijs
EDUbox
Les 1: Welkom in het Gallo-Romeins Museum!
October 2024
-
13 slides
Wereldoriëntatie
Gallo-Romeins Museum
Lager onderwijs
Kommagetallen les 82/83
February 2024
-
8 slides
Wiskunde
Lager onderwijs
Les 2: Rome en Romeins Tongeren
March 2025
-
24 slides
Wereldoriëntatie
Gallo-Romeins Museum
Lager onderwijs