A. Hoge zoutinname en een verhoogd risico op hartziekten.
B. Lage consumptie van fruit en een verhoogde kans op hartziekte, bepaalde vormen van kanker en beroerte.
C. Lage consumptie van vis en een verhoogd risico op hartziekten en beroerte.
Wat is het verband tussen de gegevens? Licht toe.