Je leert lidwoorden en zelfstandige naamwoorden herkennen.
Slide 5 - Slide
De agent glimlacht.
Lidwoord:
de
Zelfstandig naamwoord:
agent
Slide 6 - Slide
Er zijn drie lidwoorden (lw): de, het en een. Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord: de prijs – een prijs. Soms staat tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord nog een ander woord: de lage prijs.
Slide 7 - Slide
Een zelfstandig naamwoord (zn) is een woord voor een mens, dier, plant of ding.