verkleinwoorden

Cursus 7 Spelling

Paragraaf 4 Verkleinwoorden

1 / 13

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Cursus 7 Spelling

Paragraaf 4 Verkleinwoorden

Slide 1 - Slide

Leerdoel

Je kunt verkleinwoorden op de juiste manier spellen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is het verkleinwoord van 'auto'?

autotje

auto

autootje

auto'tje

Slide 4 - Quiz

baby

Slide 5 - Open question

oma

Slide 6 - Open question

ketting

Slide 7 - Open question

zon

Slide 8 - Open question

bezem

Slide 9 - Open question

wat is het verkleinwoord van 'tv'?

tvtje

tv'tjes

tv'tje

Slide 10 - Quiz

taxi

Slide 11 - Open question

jongen

Slide 12 - Open question

Vragen?

-Lees nu zelf de uitleg van §4 Verkleinwoorden of kijk het uitlegfilmpje
-Maak alle opdrachten

Slide 13 - Slide

verkleinwoorden

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

More lessons like this

Cursus 7 Spelling §4 verkleinwoorden

Cursus 7 Spelling §4 verkleinwoorden

verkleinwoorden

5.4 spelling les 1

Verkleinwoorden

spelling - par. 5 - verkleinwoorden

Spelling H1 en Formuleren H2 (verklein- en verwijswoorden)

Creatief schrijven & spelling les 8: alle spellingsonderdelen door elkaar