V5 Blok 4 Leesvaardigheid

Deze periode
1.  Leesvaardigheid blok 4: hoofd- en bijzaken
Blok 1-3 wordt bekend verondersteld
Spelling blok 6
Formuleren blok 6

2. Verhaalanalyse 

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Deze periode
1.  Leesvaardigheid blok 4: hoofd- en bijzaken
Blok 1-3 wordt bekend verondersteld
Spelling blok 6
Formuleren blok 6

2. Verhaalanalyse 

Slide 1 - Slide

V5 Blok 4 Leesvaardigheid
Startopdracht 1 weten

Slide 2 - Slide

Welke functie heeft de hoofdgedachte van een betoog altijd?
A
Het standpunt van de schrijver aanduiden.
B
Het belangrijkste argument weergeven.
C
De structuur van de tekst verhelderen.
D
Een betoog heeft meestal geen hoofdgedachte

Slide 3 - Quiz

Vraag 2
Open vragen op je examen, moet je beantwoorden in volledige zinnen. Die worden beoordeeld op inhoud en samenhang. 

Slide 4 - Slide

Waarmee kun je het verband tussen zinnen en alinea's aangeven?
A
Met een markeerstift
B
Met signaalwoorden
C
Met verwijzingen
D
Met herhaling

Slide 5 - Quiz

Waarom kan deze zin niet in een samenvatting?


‘In de tekst maakt de schrijver duidelijk dat digitaal pesten op vele manieren kan.’ 

Slide 6 - Slide

Hoe noem je de formuleerfout in deze zin?
‘In de tekst maakt de schrijver duidelijk dat digitaal pesten op vele manieren kan.’
A
Onnodig lijdende vorm
B
Indirect taalgebruik
C
Wartaal
D
Foutieve samentrekking

Slide 7 - Quiz

Hoe zou je deze zin wel in een samenvatting kunnen zetten?
‘In de tekst maakt de schrijver duidelijk dat digitaal pesten op vele manieren kan.’ 

Slide 8 - Slide

Houd het simpel!
Digitaal pesten kan op veel manieren.

Slide 9 - Slide

Waarom is het belangrijk je bij samenvattingsvragen en uitlegvragen te houden aan het maximumaantal woorden? 

Slide 10 - Slide

Als je te veel woorden gebruikt, tellen de woorden die het maximumaantal overschrijden niet mee. Je verliest dan veel punten.

Slide 11 - Slide

Wat kun je allemaal weglaten bij een samenvatting?
A
Voorbeelden
B
Herhalingen
C
Onbelangrijke details
D
Vermelding van 'de tekst' en 'de schrijver'

Slide 12 - Quiz

Welke formuleerfout ligt op de loer bij het beknopt samenvatting van een (stuk) tekst?
A
Moeilijke woorden
B
Verkeerd woordgebruik
C
Telegramstijl
D
Congruentiefouten

Slide 13 - Quiz

Wat wordt bij je examen verstaan onder incorrect taalgebruik?
A
Te korte zinnen met te makkelijke woorden
B
Te lange zinnen
C
Spelfouten, verkeerd woordgebruik en fouten in de zinsbouw
D
Citaten

Slide 14 - Quiz

Op elk examen word je gevraagd twee teksten of een tekst en een tekstfragment met elkaar te vergelijken. Waar zoek je naar bij tekstvergelijking? Noem twee punten.
A
Argumenten en drogredenen
B
Alineaverbanden en signaalwoorden
C
Verschillen & overeenkomsten
D
Dezelfde woorden

Slide 15 - Quiz

Samenvatten en vergelijken
Dit blok gaat vooral over het samenvatten en vergelijken van teksten. Dat betekent dat we veel moeten oefenen. 
We maken startopdracht 2

Slide 16 - Slide