11.04 Spanningsbronnen

11.04 Spanningsbronnen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

11.04 Spanningsbronnen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kan:
- Uitleggen wat een spanningsbron is
- Voorbeelden van spanningsbronnen geven
- De eenheid van spanning en het symbool ervan benoemen
- Uitleggen bij welke spanning je een apparaat kan aansluiten op een spanningsbron
- Het verschil tussen wisselspanning en gelijkspanning uitleggen
- Uitleggen dat stroom van de pluspool naar de minpool gaat
- Voorbeelden geven van manieren om elektriciteit op te wekken
- Uitleggen hoe een batterij, een dynamo en een zonnecel elektriciteit levert
- Uitleggen hoe je de spanning groter maakt
- Uitleggen wat er bedoeld wordt met de capaciteit van een batterij

Slide 2 - Slide

Noem zoveel mogelijk spanningsbronnen

Slide 3 - Open question

Spanningsbronnen
Spanningsbronnen leveren elektrische energie.

Niet ieder apparaat kan op elke spanning aangesloten worden, het is dus belangrijk om de juiste spanning per apparaat te hebben!

Is de zon een spanningsbron?

Slide 4 - Slide

Spanning
De grootheid spanning heeft als symbool U.

De eenheid van spanning is volt, volt heeft als symbool V.

Uit ons stopcontact komt 230V.
Spanning is dodelijk! Vanaf 100V kan je er aan sterven!

Slide 5 - Slide

Wat gebeurt er met een lampje gemaakt voor 6 V als er maar 3 V doorheen loopt?
A
Het lampje brandt heel zwak
B
Het lampje brandt niet
C
Het lampje gaat kapot
D
Weet ik niet

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurt er met een lampje gemaakt voor 6V als er 9V doorheen loopt?
A
Het lampje brandt heel zwak
B
Het lampje brandt niet
C
Het lampje gaat kapot
D
Weet ik niet

Slide 7 - Quiz

Gelijkspanning

Bij gelijkspanning loopt de stroom constant dezelfde kant op.

Wisselspanning

Bij wisselspanning wisselt de stroomrichting telkens. In bijna ieder land (behalve Amerika en Japan) hebben we een frequentie van 50 Hz.


Slide 8 - Slide

Noem zoveel mogelijk spanningsbronnen die gelijkstroom opwekken

Slide 9 - Open question

Spanningen bij elkaar optellen
Spanning mag je bij elkaar optellen in een serieschakeling.

3 batterijen achter elkaar geschakeld van 1,5 V leveren dus een spanning van 3 x 1,5 = 4,5 V.

+ en - pool moet hierbij wel op elkaar geschakeld zijn!
- op - pool heft elkaar op.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat is het verschil tussen een serie- en een parallelschakeling?

Slide 12 - Open question

Hoeveel volt leveren de batterijen aan het lampje?
A
6 V
B
4,5 V
C
3 V
D
0 V

Slide 13 - Quiz

Een accu van 45V bestaat uit cellen van 1.5V. Uit hoeveel cellen bestaat deze accu?
A
10
B
15
C
30
D
45

Slide 14 - Quiz

Capaciteit van batterijen
De hoeveelheid energie die je kan opslaan in een batterij noem je de capaciteit.
De eenheid van capaciteit is mAh (milli Ampère-uur). 

Een batterij heeft een capaciteit van 2000 mAh betekent dat deze batterij 1 uur lang 2000 mA kan leveren, of 2 uur lang 1000 mA, of 4 uur lang 500 mA etc...

Slide 15 - Slide

Ik heb vandaag geleerd

Slide 16 - Open question