Feiten en meningen

Dinsdag 28 mei

Tekstverbanden en sigaalwoorden
Vrijdag 23 mei
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dinsdag 28 mei

Tekstverbanden en sigaalwoorden
Vrijdag 23 mei

Slide 1 - Slide

23-05-2025
  • Lesdoel
  • Feiten en meningen
  • Aan de slag
  • Laatste 10 min aan vlog

Slide 2 - Slide

Goals
Aan het einde van de les kan ik het verschil tussen een feit en een mening uitleggen.

Slide 3 - Slide

Feit / mening

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Feit of mening
Een feit is iets wat waar is of wat niet waar is. 
Een feit kun je controleren.
  

Een mening is wat iemand vindt van iets. Met een mening kun je het eens zijn of oneens.
Een mening kun je onderbouwen met argumenten.

Slide 6 - Slide

Feit of mening
''Ik heb een hond en ik vind dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Wat is het feit?

Wat is de mening?

Slide 7 - Slide

Feit of mening
''Ik heb een hond en ik vind dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Feit: ''Ik heb een hond.''


Slide 8 - Slide

Feit of mening
''Ik heb een hond en ik vind dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Feit: ''Ik heb een hond.''

Mening: ''Dat vind ik de liefste hond van de hele wereld.''

Slide 9 - Slide

Welke zin (nen) is/zijn een mening(en)?
A
Ik vind roze een mooie kleur.
B
Het Maris college heeft een blauwe logo.
C
Mijn ouders zijn heel lief.
D
Ik heb tot 9 februari online les.

Slide 10 - Quiz

Welke zin is een feit?
A
Ik houd van ijs.
B
Ijsjes zijn koud.

Slide 11 - Quiz

Feit of mening?
De aarde draait in 24 uur om haar as.
A
feit
B
mening

Slide 12 - Quiz

Feit of mening?:
Nederland ligt in Europa.
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quiz

Feit of mening?:
Pizza is het lekkerste eten dat er is.
A
Feit
B
Mening.

Slide 14 - Quiz

Feit of mening?
De zomervakantie is veel te kort.
A
Feit
B
Mening

Slide 15 - Quiz

Feit of mening:
Een jaar heeft 365 dagen.
A
feit
B
mening

Slide 16 - Quiz



Feit of mening?

A
feit
B
mening

Slide 17 - Quiz

Verschil feit en mening
Feit is ...
Mening is ...

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Wat?
Samen aan de slag met de tekst over: 'Moet school later beginnen?'
Wanneer?
Tijdens de les
Hoe?
Luister naar instructie. Wanneer het mag, mag je overleggen. 
Klaar?
Laatste minuten van de les help ik de leerlingen die hun vlog nog in moeten leveren.

Slide 19 - Slide