Cursus 1 §4 tekstdoelen en publiek

1 / 50
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Open je boek op blz. 26

Slide 3 - Slide

  • Je kunt het doel van de tekst en bedoeling van de schrijver benoemen.
  • Je kunt taalgebruik aanpassen aan het publiek.
  • Je kunt tekstdoelen duidelijk maken in je eigen teksten.
Lesdoelen

Slide 4 - Slide

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 
Aantekeningen

Slide 5 - Slide

Tekstdoelen en tekstsoorten
Een schrijver van een tekst wil iets bereiken met zijn tekst. Hij heeft een tekstdoel. In totaal moet je zeven tekstdoelen kennen:
amuseren, een mening geven, gevoelens oproepen/uitdrukken, informeren, instrueren, overtuigen, activeren.

Bepaal wat het belangrijkste is wat de schrijver met de tekst wil bereiken. Zo kom je erachter met welke tekstsoort je te maken hebt. Lees je bijvoorbeeld een nieuwsbericht of een gebruiksaanwijzing?

Slide 6 - Slide

amuseren
  • Een schrijver die als doel amuseren heeft, wil dat jij je vermaakt.
  • Denk aan tekstsoorten als verhalen, moppen, stripboeken
    of tijdschriften.
Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 7 - Slide

Een mening geven
  • Een schrijver die als doel heeft, zijn mening duidelijk maken.
     
  • Denk aan tekstsoorten als bespreking van een boek of film
Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 8 - Slide

gevoelens uitdrukken
  • Een schrijver die als doel gevoelens uitdrukken heeft, wil emoties oproepen of duidelijk maken wat hij voelt.
  • Denk aan tekstsoorten als advertentie, column, persoonlijke post op social media
Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 9 - Slide

informeren
  • Een schrijver die als doel informeren heeft, wil dat jij iets te weten komt. 
  • Denk aan tekstsoorten als nieuwsberichten en schoolboeken en artikelen.
Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 10 - Slide

instrueren
  • Een schrijver die als doel instrueren heeft, wil dat jij leert hoe je iets moet doen.
  • Denk aan tekstsoorten als gebruiksaanwijzingen, recepten en spelregels.
Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 11 - Slide

overtuigen
  • Een schrijver die als doel overtuigen heeft, wil dat jij zijn mening overneemt.
  • Denk aan tekstsoorten als recensies van een boek of film, een betoog, een ingezonden brief.
Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 12 - Slide

activeren
  • Een schrijver die als doel activeren heeft, wil dat jij iets (wel of niet) gaat doen.

  • Denk aan tekstsoorten als advertenties, flyers en adviezen.
Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 13 - Slide

Welk tekstdoel hoort bij de tekstsoort
Sleep de tekstsoorten naar de juiste tekstdoelen.
activeren
amuseren
instrueren
overtuigen
recept
recensie
reclamefolder
roman

Slide 14 - Drag question

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Amuseren
Informeren
Instrueren

Slide 15 - Drag question

De schrijver van een nieuwsbericht in de krant wil de lezer:
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 16 - Quiz

De schrijver van een persoonlijke post op sociale media wil:
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
gevoelens uitdrukken

Slide 17 - Quiz

De schrijver van een kookboek wil de lezer:
A
informeren
B
amuseren
C
instrueren
D
activeren

Slide 18 - Quiz

Plaats de tekstvormen bij de tekstdoelen.
Informeren

Amuseren

Overtuigen

Activeren
uitnodiging
studieboek
stripboek

betoog

recensie
advertentie
nieuwsbericht

Slide 19 - Drag question

  • Wat? Maak opdracht 1 t/m 4 (blz. 26 t/m 29)
  • Hoe? Individueel
  • Hulp? 4B's
  • Tijd? 20 minuten
  • Klaar? Lezen uit je leesboek.

timer
15:00

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 23 - Slide

  • Herhaling: tekstdoelen
  • Huiswerk nakijken
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 24 - Slide

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Mening geven
Amuseren
Instrueren

Slide 25 - Drag question

Huiswerk nakijken + zelfstandig werken
Nakijken
Opdracht 1 t/m 4 (blz. 26 t/m 30)

Maken
Oefenblad - alle opdrachten 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

timer
10:00

Slide 29 - Slide

  • Cursus 1 §4 t/m 6
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 30 - Slide

  • Je kunt het doel van de tekst en bedoeling van de schrijver benoemen.
  • Je kunt taalgebruik aanpassen aan het publiek.
  • Je kunt tekstdoelen duidelijk maken in je eigen teksten.
Lesdoelen

Slide 31 - Slide

De schrijver van een nieuwsbericht in de krant wil de lezer:
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 32 - Quiz

De schrijver van een recensie over een boek wil de lezer:
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 33 - Quiz

De schrijver van een kookboek wil de lezer:
A
informeren
B
amuseren
C
instrueren
D
activeren

Slide 34 - Quiz

Uitlegfilmpje!

Slide 35 - Slide

  • Wat: Maak opdracht 4, 5 7 en 8 blz. 28 t/m 31
  • Hoe: individueel
  • Hulp: lesboek, aantekeningen, mevrouw de Vries
  • Tijd: timer
  • Klaar?: maak opdracht 6 en 9

timer
15:00

Slide 36 - Slide


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Uitleggen

Slide 37 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

timer
10:00

Slide 41 - Slide

  • Opdracht 4 blz. 28 bespreken
  • Leerdoelen §4
  • Opdracht tekstdoelen en tekstsoorten
  • Afsluiting

Slide 42 - Slide


  • Je kunt het doel van de tekst en bedoeling van de schrijver benoemen.
Lesdoelen

Slide 43 - Slide

  • Wat: Maak opdracht over tekstdoelen en tekstsoorten
  • Hoe: individueel (zacht overleggen)
  • Hulp: lesboek, aantekeningen, mevrouw de Vries
  • Tijd: timer
  • Klaar?: werk verder aan opdracht 1 en 2 van  paragraaf 5 blz. 32/33.
timer
15:00

Slide 44 - Slide

Bespreken 

Slide 45 - Slide

Welk tekstdoel hoort bij de tekstsoort
Sleep de tekstsoorten naar de juiste tekstdoelen.
activeren
amuseren
instrueren
overtuigen
recept
recensie
reclamefolder
roman

Slide 46 - Drag question

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Overtuigen
Informeren
Instrueren

Slide 47 - Drag question

De schrijver van een nieuwsbericht in de krant wil de lezer:
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 48 - Quiz

De schrijver van een recensie over een boek wil de lezer:
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 49 - Quiz

De schrijver van een kookboek wil de lezer:
A
informeren
B
amuseren
C
instrueren
D
activeren

Slide 50 - Quiz